26 OKTOBER 1959 365 Het mag dan misschien waar zijn, dat de typische marktsfeer juist op de Grote Markt te vinden is, omdat men daar zo gaarne vertoeft en elkander ontmoet, zeker is toch ook, dat het houden van marktdagen daar wel zeer grote bezwaren met zich meebrengt. De bewoners van de Ma'-kt zien toch maar regelmatig twee malen per week hun panden vrijwel afgesloten van het verkeer en zitten tegen de achterzijde van de marktkramen te kijken; alleen op de tottoirs kan men lopen en hoe dan nog? Ir die Grote Markt nu wel zo geschikt voor dit doel; echter het is altijd zo geweest en men weet niet beter of 't hoort zó. Op de Marken- daalseweg is het bezoek misschien geringer; ik geloof het graag, maar ik zou de wekelijks terugkerende marktdaqen daarheen ook niet graag verplaatst zien. Wat ik tegen de Grote Markt heb, althans tegen het gebruik als marktplaats, is dit: a. men kan hier eigenlijk niet van een marktplaats spreken, doch meer van een brede straat in het midden der stad; b. de marktdagen aldaar veroorzaken voor velen heel wat ongerief en telkenmale moet het verkeer worden omgelegd; c. de marktkooplieden houden zich lang niet allen aan de voorschriften en laten een grenzeloze hoeveelheid papieren en afval liggen, die zij eigenlijk moesten meenemen; d. telkenmale moet het vervoerbedrijf worden ingeschakeld om de achtergelaten rommel op te ruimen, wat een kostbare geschiedenis is; e. door het schoonmaken van de markt kan ze gedurende die tijd ook niet worden betreden, want de auto, die met water alles wegspoelt, en kris en kras er overheen rijdt, is een gevaar voor diegenen, die de Markt wensen te betreden, ook op de trottoirs; f. voor de trouwstoeten in de morgenuren is de ruimte onvoldoende; rijtuigen en auto's kunnen zich niet ruim genoeg bewegen en de trouw stoeten, die in de namiddag om 14.00 uur voor het gemeentehuis ver schijnen, lopen gevaar te worden weggespoeld. Nu wordt er in de namiddag weliswaar minder getrouwd dan in de voormiddag, maar het komt toch herhaaldelijk voor. Wel een verschil met de overige dagen, waarop men geen angst behoeft te hebben voor het hiervoor gesignaleerde. Er bestaan blijkbaar plannen om alle parkeergelegenheid op de Grote Markt te verbieden. Voor een deel is dit reeds het geval en voor het gedeelte vóór het gemeentehuis is dit op komst. Blijkbaar houdt dit verband met de leeftijd van de autobcwaker. Welnu, als men dan de Markt wil terugbrengen tot wat ze vroeger was, nl. een gezellig verkeers- centrum met uitgebreide terrassen voor de café's, schaf dan de markt dagen daar ook af. Er is geen geschikte plaats te vinden in de onmiddellijke omgeving van het centrum' Daarmede ben ik het volkomen eens, doch waarom dan die plaats niet gezocht in een der nieuwe buitenwijken, b.v. op het Dr. Struyckenplein of op het voormalige militair terrein aan de Fellen- oordstraat. Niet centraal gelegen zult li zeggen en men kemt er niet naar toe. Daarvan ben ik nog niet zo zeker. Een proef, van geruime tijd, zou het moeten uitwijzen. Men komt immers naar een markt om inkopen te doen en waarschijnlijk, of wel zeker, om op goedkopere wijze datgene te kopen, dat in winkels duurder is. Zij, die er komen vanwege de gezelligheid alleen, zullen na verloop van tijd die gezelligheid ook wel op een andere marktplaats vinden. Men moet alleen leren erheen te gaan en als eenmaal de weg gevonden is, is vrij gauw met de traditie van df Grote Markt gebroken en went men elders ook wel. Daarom wil ik uw college vragen, dit probleem nog eens te bekijken en ik hoop, dat U een oplossing kunt vinden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 365