368
26 OKTOBER 1959
voor Breda doen wat mogelijk is om er een prettige woonstad van te
maken.
3. Ook de ambtenaren, die U in de moeilijke taak bijstaan, breng ik
gaarne hulde voor hun toewijding bij de behartiging van de gemeente
zaken en vooral degenen, die mij persoonlijk hebben willen helpen bij
het oplossen van voor mij soms moeilijke problemen.
Dc leden van de andere fracties in de raad dank ik tenslotte voor de
prettige wijze waarop wij in het afgelopen jaar hebben mogen samen
werken.
Laten wij eensgezind in 1960 optrekken om gezamenlijk datgene te
doen wat nodig is om Breda steeds aantrekkelijker te maken als woon
plaats en tot haar groei en bloei mede te werken.
God schenke daarvoor zijn onmisbare zegen. Soli Deo Gloria.
Dank U.
De heer QUADEKKER zegt:
Mijnheer de voorzitter.
Als vijfde spreker moge ik uwe clementie vragen. Het is goed mogelijk
dat er in mijn algemene beschouwingen doublures voorkomen van dat
gene wat mijn voorgangers reeds hebben besproken.
Voor de tweede maal sta ik hier voor U om de algemene beschouwingen
te houden en hiermede tevens als hekkesluiter te fungeren van de eerste
dag van een reeks van, naar ik hoop, drie, waarin de begroting 1960 de
revue zal passeren. P.K. heeft dus nu een vol jaar het werk van en in
de raad meegemaakt, heeft zich in dat jaar wat kunnen inwerken en zich
een duidelijk beeld leren vormen van de constellatie van uw college en
van dc raad èn van de omvafig van het werk, dat inherent is aan het
besturen van een gemeente van een dergelijke grootte. Terugziend op het
afgelopen jaar, mijnheer de voorzitter, moet mij van het hart dat er veel
tot stand is gekomen.
Ik denk aan het goedkeuren van de kredieten voor Wolfslaar, het
nieuwe politiebureau, de diverse sportvelden en gymnastieklokalen, het
goedkeuren van het krediet en de gedeeltelijke bouw van de nieuwe brug
over de Mark in de Krogten, de eerste fase van het hoogspoor en de
ontwerpen voor de bouw van een schouwburg en een sporthal en, zij
het nog on-officieel, de ingebruikname van het sportcomplex met hockey
velden aan de Dr. Batenburglaan; de officiële ingebruikname van de
nieuwe brandweerkazerne. Ik denk aan de totstandkoming van de
gezinsreductie op het water (dit was wat moeilijk), waarmede de ring:
gas, water en elektriciteit nu gesloten is, en aan het oprichten van de
N.V. Maatschappij ter bevordering van industrievestiging te Breda. Wan
neer dan tot slot genoemd mag worden (ik weet, dat ik verre van
volledig ben geweest, mijnheer de voorzitter) de praktische voltooiing
van de bebouwing van het Brabantpark. dan zult U met mij beamen, dat
deze respectabele serie ongetwijfeld bijdraagt tot een zéér gezonde
ontwikkeling van onze stad, welke goed bewoonbaar is, en waarvan de
gehele verzorging èn bouw van dien aard is dat hier een woord van
hulde past aan allen die hiertoe het hunne bijdroegen en ik meen inzon
derheid de dienst van openbare werken en de dienst van beplantingen
gerust te mogen noemen, zonder anderen tekort te doen.
Het heeft P.K. verheugd, mijnheer de voorzitter, dat zij, zij het mis
schien in geringe mate, een steentje heeft mogen bijdragen in de besluit
vorming van dit alles en haar tijd en haar werk hieraan heeft kunnen
geven. Sprak ik over de afgelopen periode, mijnheer de voorzitter,
de begrotingsbehandeling vraagt o.m. de beleidslijn voor dit jaar met ernst
te bezien. Primair wil ik gaarne dank brengen voor de samenstelling
van de nota van aanbieding, kortom voor alles wat de voorlichting
betreft van deze begroting. Uiteraard zullen wij op bepaalde punten bij