27 OKTOBER 1959
383
op het gemeentebestuur. Door grote evenementen op te zetten wordt de
stad niet aantrekkelijker; het hangt af van de gehele sfeer. Die sfeer moet
het particulier initiatief scheppen.
De oprichting van een jeugdherberg is een probleem op zich. Gaat men
tot oprichting ervan over dan wordt dit gedaan ten behoeve van de
jeugd uit andere plaatsen. De oprichting van een jeugdherberg is overi
gens geen zaak voor de gemeente maar voor de desbetreffende organisatie.
Deze zaak is door zijn voorganger met de desbetreffende organisatie
besproken, doch de middelen ontbraken. De jeugdherberg te Chaam kan
men zien als een voortzetting van de voormalige jeugdherberg in onze
stad. Wanneer er van particuliere zijde terzake suggesties komen dan
zullen die met belangstelling worden ontvangen.
Ook is er gesproken over de gemeentelijke technische school. Het moge
bekend zijn dat de gemeente plannen heeft om te komen tot oprichting
van een nieuw gebouwencomplex voor de gemeentelijke technische school.
Het lokalenplan hiervoor is in juli 1955 aan de minister van onderwijs,
kunsten en wetenschappen ingezonden. Er is tot heden nog geen goed
keuring ontvangen. Spreker weet uit ervaring dat er terzake reeds diverse
besprekingen zijn gevoerd met bevoegde ambtenaren op het ministerie.
Er liggen ten departemente voor miljoenen guldens aan projecten. In
volgorde van urgentie worden de goedkeuringen verleend. De raad kan
ervan overtuigd zijn dat deze tak van onderwijs de nodige aandacht heeft.
De mededeling over het overblijven op de gemeentelijke technische
school moet op een misverstand berusten. Voor de leerlingen van de
gemeentelijke technische school is er een houten overblijflokaal aanwezig
met tafels en banken. Voor de leerlingen van de school voor scheeps-
werktuigkundigen is een apart lokaal ingericht, waar deze leerlingen tijdens
vrije uren kunnen vertoeven en ook overblijven. Het is zeker niet zo dat
de leerlingen in schoolbanken moeten overblijven.
Ten aanzien van het verzoek tot subsidiëring van het instuifwerk, merkt
spreker op dat elke activiteit die de jeugd opvangt en de vrijetijdsbesteding
aangaat, die aandacht van de gemeente verkrijgt, die zij verdient. Voor
Breda is het instuifwerk nog tamelijk nieuw. Indien subsidieverzoeken
burgemeester en wethouders zullen bereiken, zullen deze zeker worden
bestudeerd en er zal nauwgezet worden nagegaan hoe en tot welk bedrag
gesubsidieerd zal kunnen worden. Hij kan uiteraard thans nog niet zeggen
op welke manier gesubsidieerd zal worden.
Spreker hoopt alle vragen te hebben beantwoord en hij wil gaarne
de opmerkingen in 2e instantie afwachten.
Wethouder VAN BOXTEL dankt voor de wijze waarop de raad de
twee nieuwe wethouders is tegemoet getreden en voor de welwillendheid
daarbij gedemonstreerd ten aanzien van de behandeling van de voorliggende
begroting. De groentijd als wethouder heeft mogelijk tot gevolg dat
hij niet ten aanzien van alle problemen een afdoend antwoord zal kunnen
geven. Hij wil zich in eerste instantie beperken tot beantwoording van
enkele algemene zaken zijn portefeuille betreffende.
Er is gesproken over de gemeenteclassificatie. Dit probleem is reeds
jaar in jaar uit aan de orde geweest, waarin, om het doel te bereiken,
zowel het college van burgemeester en wethouders als de raad hun aandeel
hebben gehad. Spreker heeft zich de laatste weken wel afgevraagd in
hoeverre het mogelijk is om nog een reële invloed uit te kunnen oefenen:
het zal voorlopig alleen maar een pousseren van wensen kunnen zijn. De
mentale instelling van de raad en van het college van burgemeester en
wethouders moet echter zo zijn, dat zij een strijdbare houding blijven
innemen t.o.v. het classificatieprobleem.
Onlangs is het college van burgemeester en wethouders geconfronteerd
met een Koninklijk besluit, vermeldende dat de bezoldigingsregeling ambte
naren 1955 moet worden aangepast aan de 2e klasse. Deze materie heeft