4 FEBRUARI 1959 33 liggen (w.o. Breda), voor wat de aanvang van de vakanties betreft zich te houden aan 25 juli 1959. In de lesroosters van het schooljaar 1958/59 van de openbare lagere scholen hebben wij als zomervakantie opgenomen de maand augustus, dit omdat ook het grootste gedeelte van de bijzondere lagere scholen in deze gemeente de zomervakantie voor 1959 hebben vastgesteld van 1 t/m 31 augustus; het komt ons nl. wenselijk voor dat alle lagere scholen in een stad dezelfde zomervakantie hebben. Op grond van het bovenstaande en gezien het verschil van enkele dagen met de door genoemd bureau voorgestelde aanvangsdatum achten wij het niet wenselijk om de reeds in de lesrooster 1958/1959 vastgestelde zomervakantie voor de openbare lagere scholen te wijzigen. Vraag: De heer VAN TOLEDO zegt, dat hij nog geen antwoord op zijn vraag van 12 november 1958 heeft ontvangen over een regeling van de vakantie voor openbare scholen. De bedrijven in de metaalindustrie willen in overleg met de O.R. de vakantie vaststellen maar wachten er mee tot Uw college een beslissing dienaangaande heeft genomen. Antwoord: Zie antwoord hierboven. Vraag: De heer KROON zegt het volgende; Bij de onlangs gehouden openbare aanbesteding van de brug over de Mark in de Krogten, is door één van de inschrijvers, naast het gevraagde object, een ander (goedkoper) object ingediend. Indien ik goed ben ingelicht, heeft Uw college aan bedoelde inschrijver het werk gegund, volgens de door hem ingediende goedkopere constructie. Naar aanleiding hiervan veroorloof ik mij Uw college de volgende vragen te stellen: 1. Is Uw college niet vooraf door Uw technische dienst ingelicht, dat een dergelijke goedkopere constructie ook mogelijk was? 2. Indien de eerste vraag bevestigend moet worden beantwoord, waarom is dan de mogelijkheid in het bestek niet opengelaten, om even eens in te schrijven op deze goedkopere constructie? 3. Indien de eerste vraag ontkennend moet worden beantwoord, acht Uw college dit dan niet een ernstige lapsus van Uw technici? 4. Acht Uw college het nut van deze openbare aanbesteding niet illusoir, doordat de inschrijvers, welke zich uiteraard aan het bestek dienden te houden, niet in de gelegenheid waren eveneens in te schrijven op de goedkopere constructie? Antwoord: Met de mogelijkheid van een goedkopere constructie is voor de aan besteding van de brug terdege rekening gehouden. In de bij het bestek behorende nota van inlichtingen werd de inschrijvers uitdrukkelijk toegestaan een hunnerzijds gewijzigd ontwerp in te dienen. Het indienen van een goedkopere oplossing stond derhalve voor iedere aannemer open. Een bindende omschrijving werd met opzet niet gegeven, teneinde de aannemers bij het maken van een alternatieve aanbieding in de gelegenheid te stellen volledig gebruik te maken van hun ervaringen en specialiteiten, zomede van het hun ten dienste staande materieel. Aangezien bij het onderhavige kunstwerk omvangrijke hulpwerken nodig zijn, spelen deze factoren nl. bij de prijsbepaling een grote rol.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 33