384
27 OKTOBER 1959
zijn beslag nog niet gekregen; deze zaak moet eerst nog in het georganiseerd
overleg worden behandeld en daarna in het college van burgemeester en
wethouders om een definitief standpunt te bepalen. Aan het geheel zijn
nog bepaalde consequenties verbonden. Een oplossing zou zijn dat de
in dienst zijnde ambtenaren en werklieden blijven gesalarieerd zoals op
het ogenblik, maar dat het nieuwe personeel naar de 2e klasse wordt
gehonoreerd. Bij voortduring en waar mogelijk zal verzet moeten blijven
aangetekend tegen de huidige classificatie.
Met betrekking tot de bejaardensituatie deelt spreker mede dat de raad
in de eerste helft van 1960 een uitvoerige nota kan verwachten, waarin
aan de hand van concrete cijfers, afgestemd op de Bredase situatie, uit
gestippeld zal worden het beleid dat het college van burgemeester en
wethouders zich ten deze voorstelt te gaan voeren. Inmiddels is de gehele
problematiek in studie. Spreker wil nu reeds wel attenderen op de alge
mene beleidslijn van het college: de exploitatielasten van bejaardentehuizen
behoren niet te worden gedrukt door een subsidiëringsbeleid, doch maat
regelen tot hulpverlening moeten worden getrokken in de sfeer van de
individuele verzorging. Overigens gaat hij volkomen akkoord met de
opvatting dat deze tehuizen ook bereikbaar moeten zijn voor de mensen
met de smalle beurzen.
Wat de heer Van Bijnen gezegd heeft over de werkplaats voor minder-
validen is hem uit het hart gegrepen. De geplande werkplaats is inderdaad
te klein; Breda heeft gezien de behoefte een ruimer complex nodig. Moge
lijk is op zeer korte termijn een min of meer spectaculaire ontwikkeling
te verwachten, hetgeen zou neerkomen op het niet betrekken van het
Pasbaan-complex door de stichting zonneschijn, maar om binnen een
jaar te komen tot het oprichten van een gloednieuwe werkplaats elders
in de stad, waarvoor de plannen in een zeer vergevorderd stadium van
ontwikkeling verkeren. Naar alle waarschijnlijkheid zullen de desbetreffende
voorstellen de raad in november of december a.s. bereiken.
Overigens deelt hij het standpunt van de heer Van Bijnen terzake van
de opzet, inrichting enz. van de werkplaats en de sfeer waarin deze
behoort te worden ingepast. Spreker heeft met genoegen mogen constateren
dat het bestuur en de directie van de werkplaats ..Zonneschijn" met grote
voortvarendheid en in goed samenspel met het college van burgemeester
en wethouders hun taak uitvoeren.
De heer Vermeulen heeft in zijn betoog geen individuele punten aan
geroerd die zijn portefeuille betreffen. Hij dankt betrokkene wel voor
diens loyaal standpunt tegenover de beide „groene" wethouders en voor
het vertrouwen dat deze daarbij a priori heeft uitgesproken.
Spreker is het eens met de opvatting van de heer Melzer waar deze
zegt dat de toepassing van het tarifiërings- en merit-rating systeem de
nodige voorzichtigheid vereist. Overigens is het een realiteit dat de merit-
rating er is en een vergelijking met Amerika lijkt spreker zowel letterlijk
als figuurlijk wat „ver" gezocht.
Ter geruststelling wijst hij overigens nog op de inschakeling van het
georganiseerd overleg, zowel wat betreft de mentale voorbereiding op dit
systeem als ook de praktische toepassing ervan.
Met betrekking tot de personeelsbezetting over de gehele lijn kan
spreker op dit moment alleen maar verzekeren, dat het college van burge
meester en wethouders ten aanzien van het vraagstuk van personeels
uitbreiding een uiterst voorzichtig beleid voert.
Spreker is de heer Minderhoud erkentelijk voor de woorden van dank
en lof aan directeur en ambtenaren van de dienst voor sociale zaken en
huisvesting.
De heer VAN BIJNEN dankt de wethouder voor de mededeling dat
verwacht wordt dat voor de bouw van het politiebureau in 1960 bouw
volume zal worden verkregen en mitsdien met de bouw zal worden