386 27 OKTOBER 1959 worden die ook inderdaad door de mensen betaald kunnen worden. De woningen moeten in huurprijs zodanig zijn dat de huren ook opgebracht kunnen worden. Wethouder Jongbloed heeft zijn opmerkingen over het rapport van de directeur van openbare werken van Maastricht nogal gekraakt. Inderdaad is spreker terzake een leek. Toch meent hij dat het allemaal niet zo is, zoals de wethouder heeft gezegd. Mogelijk zullen voor Breda enkele punten niet gelden, die voor Maastricht gemakkelijker liggen, doch het moet toch mogelijk worden geacht om goedkoper te bouwen. Hij heeft het rapport van de directeur van openbare werken van Maastricht niet aangehaald als bewijsvoering, maar meer als een inleiding om te komen tot een zo goedkoop mogelijke en toch goede bouw van woningen. De aangelegde speeltuinen zijn ontzaglijk duur gebleken in verhouding tot het gebruik ervan. Daarom pleit spreker voor de aanleg van meerdere kleine speeltuinen, meer shotvelden en zandkuilen. De kinderen moeten zelf iets te doen hebben. Spreker zegt zelf bestuurslid van een kinderspeeltuin vereniging te zijn; in deze speeltuin zijn ook dure speelwerktuigen aan wezig, die weinig gebruikt worden. De kinderen moeten meer speelruimten, open vlakten en shotvelden hebben, waar ze zelfstandig dingen kunnen doen zonder te worden aangezet door de materialen. Van de mededeling dat alle mogelijke moeite wordt gedaan om sport velden aan te leggen heeft spreker nota genomen. Het is noodzakelijk dat hier de nodige aandacht aan wordt besteed, omdat het noodzakelijk is dat de jeugd wordt bezig gehouden. De wethouder heeft gezegd dat het aantal overnachtingen niet zo achteruit loopt. De kleine terugloop zou komen omdat het in 1959 geen Expo is geweest. Spreker begrijpt deze mededeling niet. Waar vandaan komen dan de klachten van de middenstanders die zeggen dat de over nachtingen sterk zijn achteruit gegaan? De middenstand wijt het aan gebrek aan vertier. Spreker is het met de wethouder eens, dat de gemeente in deze moet stimuleren. Spreker is verheugd dat de wethouder ieder initiatief om te komen tot oprichting van een jeugdherberg wil steunen. Het is een zeer belang rijke zaak, ook al is er in Chaam een streekjeugdherberg. Voor Breda bestaat er ook behoefte aan. Inderdaad heeft de gemeente-classificatie zowel burgemeester en wet houders als de raad reeds jaren bezig gehouden. Het is de vraag of het verstandig is thans nog verder hierop in te gaan. Uiteraard moeten het college en de raad terzake vastberaden blijven. Naar aanleiding van het Koninklijk besluit, inzake de terugbrenging van de bezoldiging van de gemeente-ambtenaren naar de lie klasse, merkt spreker op dat de classi ficatie niet alleen belangrijk is voor het gemeentepersoneel. Het gaat om een groter inkomen voor de stad. Is de gemeente Ie klasse dan wordt al het rijkspersoneel naar de Ie klasse uitbetaald, terwijl ook de arbeiders, die onder een c.a.o. vallen in een hogere bezoldigingsklasse komen. De strijd moet niet worden opgegeven. Ten aanzien van het standpunt dat moet worden ingenomen m.b.t. het vermelde Koninklijk besluit wil spreker zich voorbehouden tot de vergadering van het georganiseerd overleg op 2 november a.s. heeft plaats gehad. Inderdaad is het bejaardenvraagstuk een groot probleem; het is geen latent maar een levend probleem; er is een groot tekort aan ruimten voor bejaarden. Spreker voelt niets voor het standpunt van de wethouder inzake de verzorgingskosten. Het college van burgemeester en wethouders wil de exploitatielasten van de tehuizen niet omlaag brengen door te subsidiëren, maar het wil wel bijdragen in de individuele verzorging van de bejaarden. Persoonlijk deelt spreker dit standpunt niet. Bij de behandeling van het desbetreffende hoofdstuk zal hierop wel worden teruggekomen. De heer Vermeulen heeft gesteld dat de fractie-voorzitters bij het houden van de algemene beschouwingen zich moeten bepalen tot de hoofdlijnen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 386