27 OKTOBER 1959 387 en zich vooral moeten houden aan de financiële zaken. Hij kan in grote lijnen de heer Vermeulen wel volgen. Zouden echter alle fractie-voorzitters alleen maar de financiële kant uitwerken, dan zou het toch wel een beetje een vervelende zaak gaan worden. De heer Vermeulen zelf kan de finan ciële kant op uitstekende wijze voorbrengen. Er moeten toch ook beleids zaken in de algemene beschouwingen worden gelaten, want wat is uiteinde- delijk belangrijk: dit is iets subjectiefs. Wat de een wel belangrijk vindt, vindt de ander niet belangrijk. Spreker wil in het seniorenconvent over deze aangelegenheid wel nader overleg. De heer Vermeulen heeft nog gepleit voor de instelling van een commissie voor de controle van de rekening. Spreker is wel bevreesd dat de leden van deze commissie regelmatig en langdurig werk zullen moeten doen, hetgeen ook weer zijn moeilijkheden zal opleveren. Overigens voelt spreker wel iets voor de gedachte van de heer Vermeulen voor de instelling van een commissie voor de rekeningen, zodat bij de controle onmiddellijk een vinger op de wonde kan worden gelegd. Spreker vraagt zich af welke motieven de heer Minderhoud heeft voor de benoeming van een vijfde wethouder. De K.V.P.-fractie staat op het standpunt dat deze aangelegenheid allereerst uit moet gaan van het college van burgemeester en wethouders zelf. Dit college zal moeten zeggen daf het de werkzaamheden niet afkan. De K.V.P.-fractie wil afwachten wat er van de zijde van het college terzake komt. Eerst als de zaken verkeerd lopen of een achterstand dreigt te ontstaan is er een reden om tot de benoeming van een vijfde wethouder over te gaan. Aan het adres van de heer Quadekker merkt spreker op dat het verschil in progressiviteit tussen de K.V.P. en het P.K. niet opvalt. Men zou zeggen dat de heer Quadekker nooit uit de K.V.P. is weggeweest, zo progressief is deze. Dat de P.K.-fractie niet in de raadsafdelingen is opgenomen is volgens spreker thans niet in beslissing. Hij wil deze aan gelegenheid wel in zijn fractie bespreken; het is echter geen zaak van de K.V.P.-fractie alleen. De heer VERMEULEN wil gaarne de traditie handhaven om ook in tweede instantie het woord te voeren van achter de katheder. Spreker zegt begrip te hebben voor de financiële problemen waarmede het college van burgemeester en wethouders heeft te maken. Zijn kritiek op het financieel beleid is steeds opbouwend. Hij heeft de opmerking van de voorzitter dan ook weten te waarderen. Ook in het verleden heeft spreker zijn kritiek nooit anders bedoeld. Mogelijk is het dit jaar beter en duidelijker naar voren gekomen. Hij is verheugd dat de voorzitter dit nu ook zelf heeft vastgesteld. Spreker tracht steeds te bewerkstelligen dat de raad zo efficiënt mogelijk werkt en dat er zo weinig mogelijk tijdverlies plaats heeft. De raad heeft een plicht om de vergaderingen zo vlot mogelijk te doen verlopen. Gezamenlijk zal moeten worden afge sproken welke methode van handelen moet worden gekozen om zo efficiënt mogelijk te kunnen werken. Hij heeft bezwaar tegen de fractievoorzitters die bij de algemene beschouwingen onderdelen naar voren brengen die eigenlijk bij de behandeling van de desbetreffende hoofdstukken thuis behoren. Door de wethouder is gezegd dat deze materie door de fractie voorzitters zelf moet worden uitgevochten. Spreker meent dat dit wel degelijk een punt van orde is en dat de voorzitter in deze zeker heeft toe te zien: ook als er punten naar voren komen die niet bij de desbetref fende hoofdstukken thuis horen. Het college heeft dit jaar bij de beant woording van de algemene beschouwingen te veel op concrete vragen weerhouden om de opmerkingen die zij voornemens zijn te maken, ondanks antwoord gegeven. De overige raadsleden zullen zich echter niet laten dat er bij de algemene beschouwingen over is gesproken, toch bij de hoofdstukken te geven. Verschillende zaken zullen derhalve opnieuw aan de orde komen, zodat het mogelijk is dat het college andermaal over een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 387