27 OKTOBER 1959 393 Inderdaad moet een schoolbestuur, als er een school gebouwd gaat worden, een waarborgsom storten. Het duurt echter een jaar voordat de bouw tot stand komt. Daar wordt dus niets mede bereikt. Het is ook niet zeker dat de leerlingen naar de u.l.o.-school van dezelfde vereniging blijven komen. De school loopt dan terug, met de mogelijkheid van sluiting en, indien binnen 20 jaar, met vervalling van de waarborgsom. De wethouder heeft gezegd dat de bouw van de christelijke h.b.s. een succes is geworden. Maar de situatie was toch ook zo dat men gedwongen was om de christelijke h.b.s. uit de moeilijkheden te helpen. Op het terrein van het r.k. jongens lyceum staan reeds geruime tijd barakken leeg. Deze horen daar niet thuis. Te rekenen vanaf 1 januari 1960 zou spreker gaarne gedurende 3 jaren barakken geplaatst zien op de speelplaats van de u.l.o.-school Bastionstraat. De heer Vermeulen heeft geen inzage gehad van sprekers algemene beschouwingen. Hij dacht nu juist geen gras voor diens voeten te hebben weggemaaid. Hij heeft nu precies gedaan wat zowel in het centraal rapport als in 't antwoord daarop is gesteld. Spreker wil gaarne deze materie in het seniorenconvent duidelijk uitspreken. Op de opmerking van de heer Vermeulen inzake de benoeming van een 5e wethouder in het licht van een mogelijke oprichting van een Neder landse C.D.U. wil spreker niet ingaan. De heer Vermeulen heeft de mening van de andere fracties gevraagd omtrent diens wens een z.g. afdeling voor de financiën in te stellen en daarbij bedoeld een samenstelling van deze afdeling uit alle 5 de fracties en dan liefst personen, die administratief onderlegd zijn en op financieel terrein geen onbekende zijn. Wat het eerste deel van diens vraag betreft, luidt het antwoord van de prot. chr. fractie dat daarmede geheel wordt ingestemd. Ook zij vinden het in leven roepen van een afdeling voor de financiën gewenst. Dit is absoluut geen teken van wantrouwen in het beleid van burgemeester en wethouders, doch alleen bedoeld om beter inzicht te krijgen in alle finan ciële aangelegenheden, dan tot nu toe het geval is geweest. Het tweede deel van diens vraag is voor de prot. chr. fractie minder gemakkelijk op te lossen, dan de heer Vermeulen misschien denkt. De grote fracties in de raad hebben in hun midden wel experts op velerlei gebied, zodat het voor hen niet moeilijk is een geschikt persoon aan te wijzen om in zulk een commissie zitting te nemen. Voor onze tweemans fractie levert dit wel eens bezwaren op, zeker als wij ons op financieel terrein moeten bewegen. Niettemin wordt akkoord gegaan met het voorstel en bij de eventuele instelling van een financiële commissie zal spreker over de samenstelling ervan wel nader de mening van de prot. chr. fractie weergeven. De heer Melzer heeft gesproken over het te gemakkelijk verlenen van subsidies en over de hoge bedragen, die soms worden gegeven. Twee of drie jaar geleden zegt spreker uitvoerig over deze aangelegen heid te hebben gesproken, maar alhoewel hij toen dezelfde bezwaren naar voren bracht als de heer Melzer nu, is er niet veel gewijzigd in het ver lenen van subsidies. Alhoewel spreker er niet meer op teruggekomen is, staat hij toch nog geheel aan de zijde van de heer Melzer wat zijn ziens wijze over dit onderwerp betreft. De heer QUADEKKER zegt: Wanneer het mij toegestaan is mijnheer de voorzitter wil ik gaarne in chronologische volgorde de algemene be schouwingen in le instantie van de diverse fractievoorzitters, daarna het antwoord hierop van burgemeester en wethouders voor wat betreft onze fractie, en daarna in 2e instantie der fractievoorzitters-beschouwingen in het kort de revue laten passeren. Breda le gemeenteklasse? Natuurlijk akkoord. Zou hier de deur-op-een- kiertje geen uitkomst kunnen brengen?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 393