394 27 OKTOBER 1959 De heer Van Bijnen spreekt over een klap op z'n tijd, doet de jeugd deugd. Ik ben de fractievoorzitter van de jongste fractie, dus vertegen woordig het jeugdig element in deze raad. Ik wil met een variatie op een Nederlandse zegswijze antwoorden: Wie slaat, zal een klap verwachten!, al is het dan soms niet in letterlijke zin! Ik vind het een aardige gedachte thans speelterreinen aan te leggen voor toekomstige kamerleden, mijnheer de voorzitter, en ben het eerlijk volslagen eens met de ideeën over de sportvelden en een jeugdherberg. Onze fractie geniet van de aanblik van het mooie beeld „de Vlucht". Over de verplaatsing zijn de meningen nogal verdeeld, want nog steeds staat het zo geplaatst dat er de stad „in"- gevlucht wordt i.p.v. uit. Een markant voorbeeld van een onderneming die op de juiste wijze gebruik weet te maken van de overvloedige talenten waarover Nederland èn Breda beschikt op het terrein van schilder- en beeldhouwkunst is de B.B.A., waarvan het zo juist geopende hoofdkantoor een voorbeeld moge zijn voor ons gemeentebestuur. Ik mag de fractievoorzitter van de K.V.P., mijnheer de voorzitter, wel danken voor zijn zienswijze en die zijner fractie, betreffende de viering van de bevrijdingsdag van Breda. Bedoelde vereniging zal hem gaarne te zijner tijd helpen herinneren aan zijn woorden en deze vereniging zal ongetwijfeld zeer dankbaar zijn voor suggesties om tot een meer verantwoorde en meer feestelijke viering te komen, naast of na de herdenking van hen. die voor onze stad zo man haftig strijdend, hun leven lieten. Eindigend over het betoog van de heer Van Bijnen nog dit mijnheer de voorzitter. Hij is er beslist naast, wanneer hij denkt dat de minderheden het gemakkelijker hebben in de raad, voor wat betreft hun verantwoorde lijkheid! In de raadsvergadering hebben zij het veel moeilijker, juist om op bepaalde momenten te trachten die meerderheid te overtuigen van de andere, naar hun mening, juiste zienswijze over een bepaald onderwerp. En al is het niet waar dat de K.V.P.-fractie tevoren doorgaans reeds bepaald heeft of het vóór of tegen zal zijn, een, gelukkig niet ernstig, maar beslist wél komisch voorval getuigde hiervan toen diezelfde fractievoor zitter een collega K.V.P.-raadslid aanstootte die op het moment van oplezing zijner naam niet meer wist wat hij zeggen moest, en hem, hardop, toefluisterde: voor! De fractievoorzitter van de P.v.d.A. heeft een vraag gesteld en wel hoe de fracties staan tegenover een commissie van 5, welke zich bezig zal houden met de financiële aspecten in de loop van het begrotingsjaar. Onze fractie gaat hier gaarne mee akkoord, temeer daar zij daarin een mogelijk heid ziet, continu de financiële lijn beter te volgen om hierdoor met burgemeester en wethouders als raad deze zware verantwoordelijke taak te delen. Ik mag misschien nog wel zeggen dat ik genoten heb van zijn woorden spel met objectief en subjectief, waarin aan het slot een akkoordverklaring met uw beleidslijn voor dit jaar, mijnheer de voorzitter, uit de bus kwam rollen. De suggestie van wat meer nota's aan de raad over de te volgen beleidslijnen, bijvoorbeeld over het bouwbeleid, onderschrijft onze fractie graag. Over het ook door de heer Melzer, evenals zijn voorganger, genoemde tijdstip waarin de begroting moest worden bestudeerd (vakanties) wil ik straks gaarne terugkomen. Een totaal-beeld van de subsidies, en dus van de jeugdsubsidies in het algemeen zal hem, als N.A.C.-enthousiast, wel duidelijk maken, dat deze alle aangevraagd zijn, omdat zij nodig zijn en de door hem bedoelde ere- divisiaan is zo goed bij kas, dat zij dit niet zal behoeven aan te vragen! Ik kan het met hem eens zijn, wanneer hij stelt: Ga eens met het bestuur van Concordia praten, want een zonder meer neerzetten van een andere, grote, schouwburg zou ik willen zien als te ondankbaar voor een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 394