VOORTZETTING 27 OKTOBER 1959 De VOORZITTER heropent de vergadering. De VOORZITTER wil bij het begin van de beantwoording der fractievoorzitters in tweede instantie beginnen met de heer Vermeulen toe te geven dat de voorzitter de bevoegdheid heeft de leden er op te wijzen als zij in de algemene beschouwingen zaken op de verkeerde plaats behandelen. In eerste instantie heeft spreker er reeds op gewezen dat hij op dit punt ongaarne ingrijpt. Het is gewoonte geworden de fractievoor zitters bij de algemene beschouwingen de gelegenheid te geven te zeggen wat hun op het hart ligt. Als de heer Vermeulen op dit punt tot een afspraak wil komen dan is dit de taak van de fractievoorzitters zelf. Dit is ook bij een vroegere afspraak zo geweest en de voorzitter van de raad is daaraan niet te pas gekomen. De argumentatie van de heer Minderhoud voor de benoeming van een vijfde wethouder acht spreker wel zwak. Dit temeer omdat de argumen tering berust op het feit dat enkele besprekingen moesten worden opge schort, waaruit wordt geconcludeerd dat de wethouders hun taak niet zouden aan kunnen. De heer Minderhoud heeft echter over het hoofd gezien dat de bewuste besprekingen zouden plaats hebben in het tijdvak dat een wethoudersplaats vaceerde. Het is niet zo dat de andere wet houders niet tot vervanging bereid waren, maar het werd doelmatiger geacht dat de nieuwe wethouder zich direct kon oriënteren op de zaken, welke deze besprekingen betroffen. De heer Quadekker heeft gepleit voor wijziging in het tijdvak, gedurende welke de stukken voor de raad ter visie liggen. De perioden tussen de raadsvergaderingen omvatten thans 4 of 5 weken. De verruiming, waarop de heer Quadekker doelt, zou zich vier keer per jaar voor kunnen doen. De heer Quadekker heeft ook aangevoerd de mogelijkheid om 15 in plaats van 12 raadsvergaderingen te houden. Zowel de laatste als de eerste mogelijkheid bieden geen oplossing. Het is nodig, dat zoveel mogelijk stukken in een raadsvergadering worden gebracht. Het is dikwijls nood zakelijk zelfs op het laatste moment nog stukken aan de agenda toe te voegen; de omstandigheden kunnen daartoe dwingen. Spreker zou overigens gaarne aan de gedane verzoeken tegemoet willen komen als dit met de werkzaamheden was overeen te brengen. Het is echter zo dat direct na de raadsvergaderingen het nodige moet worden verricht om de besluiten tot uitvoering te brengen en zodra dit is gebeurd wordt het weer hoog tijd voor de voorbereiding van de volgende raadsvergadering. Een periode van 5 weken biedt dan wel eens wat soulaas. Spreker heeft overigens gevoel voor de aangehaalde motivering en hij wil dit toch nog wel eens bezien. De heer Melzer wil graag een efficiency-rapport voor alle diensten en bedrijven. Spreker wil de heer Melzer er op wijzen dat een efficiency- rapport slechts een momentopname is. Er is al een dergelijk rapport voor een der diensten geweest en mogelijk is de heer Melzer daarmede niet op de hoogte. De uitwerking van de gedachte van het efficiency-rapport ligt uiteindelijk bij het personeel. De nu gevolgde werkmethode met een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 397