406 27 OKTOBER 1959 citeit, gas en water gedeflatteerd vindt. Spreker proeft hieruit politiek in verband met de ongunstige positie van de gehele begroting. Het lijkt hem dat het mogelijk moet zijn tot tariefsverlaging over te gaan. hetgeen een welkome verlaging van het huishoudbudget zou betekenen. Misschien komt er nog wel eens een tijd dat tot tariefsverhoging moet worden overgegaan; nu lijkt echter een tariefsverlaging mogelijk. De heer ZIJTREGTOP heeft van deze begroting de indruk dat ze is opgesteld naar goed koopmansgebruik. De inkomsten zijn aan de veilige kant geraamd; de uitgaven aan de hoge kant. Gedeflatteerd is naar sprekers mening wel erg sterk uitgedrukt. Inzake de prijs voor de gemeen telijke instellingen is door burgemeester en wethouders verklaard dat deze is berekend naar de gemiddelde inkoopsprijs bij de P.N.E.M. Dit wil dus zeggen dat in dit tarief geen overhead is begrepen. Spreker acht dit, gezien het aandeel van deze kosten in het totaal, niet juist. De algemene dienst zou hierin ook een aandeel moeten betalen. Dit zou leiden tot vergroting der baten, hetgeen tariefsverlaging gemakkelijker maakt. Mevrouw VAN MIERLO zegt het volgende: Bij uw antwoord betreffende de gemaakte aanvang met het onderzoek naar de rentabiliteit van het gas-, elektriciteits- en waterbedrijf in de komende jaren waar U stelt dat de personeelsbezetting bij de licht- bedrijven niet van dien aard is dat een geschikte man volledig vrijgemaakt kan worden voor dit onderzoek en uw college daarom geen concrete toezegging kan doen omtrent het tijdstip waarop deze beëindigd zal zijn, moge ik U mededelen dat dergelijke onderzoeken zeer veel en naar ik meen praktisch belangeloos meerdere malen geschieden als studieobject door studenten in de economie in overleg met de heren professoren. Misschien is dit de weg naar een spoedigere tevens wetenschappelijk ver antwoorde oplossing in het onderzoek naar de rentabiliteit van het betreffende bedrijf. Het beduidend minder grote batig saldo in vergelijk met andere jaren wettigt m.i. een dergelijke proef. De heer VAN DUIJL zegt het volgende; Tijdens de begrotingsvergadering van vorig jaar is door het raadslid mevr. Van Mierlo aanmerking gemaakt op de methode die door de gemeente gehanteerd wordt bij het niet op tijd voldoen van de verbruiks- kwitanties. Hierbij is vooral gewezen op het feit dat door de afsluiting van het gas, met name in gezinnen waar kleine kinderen zijn, grote moeilijkheden kunnen ontstaan. Er is toen gevraagd zoveel mogelijk clementie te gebruiken en de gezinsomstandigheden in aanmerking te nemen alvorens definitief tot afsluiting wordt overgegaan. In het nu afgelopen jaar is gebleken en met name in een paar recente gevallen, dat men zonder zich behoorlijk op de hoogte te hebben gesteld van de wezen lijke oorzaak van de achterstand in de betaling der rekening van gas en elektriciteit, zonder meer tot afsluiting is overgegaan. De manier waarop men deze regeling hanteert is in de praktijk dusdanig onsympathiek dat ik LI moge verzoeken hiervoor een andere methode van werken in het vervolg toe te passen. Mevrouw VAN MIERLO' zegt dat de heer Van Duijl met zijn ver wijzing naar de vorige begrotingsbehandeling in zoverre gelijk heeft, dat toen gesproken is over de afsluiting van gas en stroom bij het niet voldoen van de huur. De VOORZITTER kan ten aanzien van de ramingen 1959 dit zeggen: de instructie was dat de ramingen zo nauwkeurig mogelijk moesten worden opgesteld. Het is echter begrijpelijk dat er afwijkingen kunnen ontstaan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 406