27 OKTOBER 1959 407 als men in het begin van het jaar moet ramen voor het daarop volgende. De raming van het stroomverbruik voor 1959 is te hoog geweest. Voor een verdere prognose is het wel noodzakelijk de werkelijke cijfers over 1959 te kennen. De door de heer Vermeulen geproduceerde cijfers kunnen inderdaad grond van waarheid opleveren ten aanzien van het vermoeden van een gedeflatteerd beeld. Dit is nu nog niet te zeggen. Er zijn ver schillende sterk variërende elementen in de kostprijs, zoals bijv. de kolen- factor. Het ontmoet bij spreker weinig bezwaar de begroting 1960 nog eens nader te bezien in de afdeling voor de nutsbedrijven; spreker zou daarmede wel gaarne nog enige maanden willen wachten. Met betrekking tot de verlichting van het kruispunt aan de Willem van Oranjelaan merkt spreker op dat daarover herhaaldelijk met rijks waterstaat is gecorrespondeerd. Het werd voor de verlichting ter plaatse beter geacht de masten langs de rijksweg te plaatsen. Toen de toestemming uitbleef is tenslotte met een compromisoplossing genoegen genomen. De heer Van Houten heeft van vérstrekkende gedachten over tariefsverlaging doen blijken. In het algemeen moet men met de tarieven niet lukraak omspringen. Als zou blijken bij nadere bestudering dat tariefsverlaging met een blijvend karakter mogelijk is dan bestaan daartegen geen bezwaren. Maar er moet niet bij voortduring sprake zijn van verhogingen en ver lagingen. De opmerkingen van de heer Zijtregtop met betrekking tot het tarief voor gemeentegebouwen en straatverlichting zal spreker mede bezien. Het is wel zo dat een hoger tarief niet tot grote resultaten voor het bedrijf zal leiden. Mevrouw Van Mierlo heeft de suggestie gedaan studenten in te schakelen bij het onderzoek naar de rentabiliteit der bedrijven. De vraag rijst of deze op eenvoudige wijze zijn te instrueren met betrekking tot de te verrichten werkzaamheden. Het is toch wel een erg gespecialiseerd terrein en men zal wel beslag moeten leggen op het ambtelijk apparaat voor de nodige hulp. Met betrekking tot de opmerking van de heer Van Duijl zal spreker gaarne bij gelegenheid een concrete opgave ontvangen van de betrokken gevallen; hij zal dan een onderzoek instellen. De heer VERMEULEN vraagt nog antwoord op zijn vraag inzake de berekende rente voor de investeringsreserve. Er is 5J4 berekend in plaats van 5%. Dit betekent 70.000,extra last voor het bedrijf. De VOORZITTER zal dit onderzoeken en t.z.t. hieromtrent nadere mededelingen doen. De heer VERMEULEN heeft begrepen dat de suggestie om de be groting in de afdeling voor de nutsbedrijven aan de orde te stellen is overgenomen. Het komt hem voor dat welbewust nog geen wijziging der tarieven in overweging wordt genomen. Hij kan daarvoor wel begrip opbrengen; men moet dit niet forceren. Misschien is het beter nu over deze zaak niet al te veel te zeggen. De begroting maakt de indruk gedrukt te zijn, met name de prognose van het verbruik der grote afnemers. Hij verzoekt de behandeling in de afdeling voor de nutsbedrijven niet te lang uit te stellen, zeker niet een paar maanden, nu er toch al voldoende cijfers over het lopende jaar beschikbaar moeten zijn. De heer KAMPHUYS dankt voor het antwoord op zijn vraag inzake de verlichting van het kruispunt Willem van Oranjelaan/Graaf Engelbert- laan. Hij heeft nooit geweten dat het uitblijven van deze verbetering te wijten was aan gebrek aan overeenstemming over de plaats der licht masten. Dit is n.l. nog niet eerder medegedeeld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 407