408
27 OKTOBER 1959
De heer VAN HOUTEN meent beluisterd te hebben dat de voorzitter
niet geheel afwijzend staat tegenover tariefsverlaging. Hij verzoekt een
spoedige behandeling in de afdeling voor de nutsbedrijven en zal gaarne
de conclusies vernemen.
De heer ZIJTREGTOP vindt het prettig dat is toegezegd de tarieven
politiek nog eens te bezien. De voorzitter heeft gesuggereerd dat de
hoogte van de tarieven voor de gemeentelijke diensten en de straatver
lichting niet zo'n grote rol speelt. Een tariefsverhoging van ƒ0,01 per
KWh. zou echter al 18.000,uitmaken, een bedrag dat toch wel
betekenis heeft. Spreker wil er voorts op wijzen dat het provinciaal elek
triciteitsbedrijf van Noord-Holland reeds twee maal de tarieven voor
de kleinverbruikers heeft verlaagd wegens de verlaging van de kolen-
prijzen.
De heer QUADEKKER wil aanhaken op de gebezigde beeldspraak van
de voorzitter in verband met de verlichting van het zojuist genoemde
kruispunt. Hij zou het college willen adviseren in het vervolg het halve
ei maar te kiezen, maar dit dan wel eerder te doen dan in dit geval.
De VOORZITTER antwoordt dat het halve ei tenslotte uit noodzaak
is gekozen; het college streefde naar het hele ei.
De heer Zijtrechtop heeft in verband met de tarieven het provinciaal
bedrijf van Noord-Holland genoemd. Dergelijke tariefsverlagingen komen
bij de productiebedrijven meer voor; hun tarieven zijn gebaseerd op
de kolenclausule. Bij de distributiebedrijven is dit niet gebruikelijk. In
verband met de conclusie, die de heer Van Houten heeft getrokken,
wil spreker stellen dat hij inderdaad niet afwijzend staat tegenover
tariefsverlaging, echter onder de voorwaarde dat dit mogelijk is. Spreker
zegt toe dat met spoed zal worden gewerkt aan de gegevens die van
betekenis zijn voor een behoorlijk inzicht in de gestelde problemen.
De heer VAN BIJNEN heeft uit het betoog van de wethouder gemeend
te moeten concluderen dat de vroege behandeling der begroting wel een
bezwaar is voor het verkrijgen van nauwkeurige ramingen. Als de begro
tingsbehandeling op een later tijdstip had kunnen geschieden zou dit
bezwaar zich niet hebben voorgedaan.
De heer VAN DUIJL dankt voor de toezegging met betrekking tot de
door hem gestelde vraag. Het lijkt hem verstandig in de eerstvolgende
vergadering van de afdeling voor de nutsbedrijven de verlangde nadere
gegevens te verschaffen.
Volgnr. 22 der lasten.
De heer KAMPHUYS heeft uit het antwoord op de door hem gestelde
vraag in het centraal rapport gelezen dat voor de twee torenauto's een
benzineverbruik van 1 2,29 wordt genoteerd en voor de volkswagens
1 7,83. Hij vraagt of het vervoerbedrijf een onderzoek naar dit hoge
benzineverbruik kan instellen. Het ligt nu volgens hem buiten alle
proporties.
De heer VAN GISBERGEN had een soortgelijke opmerking. Laat
men de wagens misschien lang stationair lopen?
De VOORZITTER zal een en ander doen nagaan.
De begroting van het elektriciteitsbedrijf
wordt vervolgens vastgesteld.