418 28 OKTOBER 1959 bij de daarvoor bevoegde instanties. Daarom kan een Vrouwen Advies Commissie, zoals die al in vele gemeenten bestaat, goed werk doen door deze wensen en ideeën bij de daarvoor bevoegde instanties bekend te doen worden voordat er tot bouwen wordt overgegaan. De Vrouwen Advies Commissie in Breda is samengesteld uit vertegen woordigsters van alle vrouwenorganisaties, te weten: Het Katholieke Vrouwengilde, de vrouwenbond van de K.A.B., P.v.d.A., A.N.V.V., Bond van Christelijke Vrouwen, en Vereniging van Academisch Gevormden. Deze commissie nu heeft zich twee jaar lang onder deskundige leiding toegelegd op het bestuderen van plattegronden, kennis opgedaan van materialen, en onder leiding van de directeur van openbare werken nog in aanbouw zijnde en reeds klaargekomen woningen bezichtigd. Ze heeft excursies gemaakt naar fabrieken en heeft zich laten voorlichten door het Bouwcentrum, dat het werk van de Vrouwen Advies Commissies stimu leert door het organiseren van speciale cursussen voor deze commissies. Er werd verder contact opgenomen met de reeds bestaande commissies over de werkwijze. Aan de commissie in Breda werd ook gelegenheid geboden tot het inrichten van een modelwoning in het uitbreidingsplan De Blauwe Kei, wat een groot succes werd en 3000 bezoekers trok. Al is het niet de bedoeling van de commissie opgenomen te worden in het bestuurlijk apparaat van de gemeente, het is toch wel gewenst dat er een goede samenwerking ontstaat tussen de commissie en de gemeente. Daarom hebben er tijdens en na de voorbereidingen besprekingen plaats gehad tussen de burgemeester en wethouder van openbare werken en de commissie, waarna burgemeester en wethouders meedeelden geen bezwaar meer te hebben, mits de commissie een particulier karakter bleef behouden, d.w.z. geen gemeentelijke commissie wilde worden. Hoewel het in vele gemeenten wel het geval is, is het m.i. niet noodzakelijk. Waar het om gaat is, dat gemeentelijke en particuliere bouwinstanties inzien, dat een Vrouwen Advies Commissie goed werk kan verrichten. Het doel van de commissie is echter niet fouten in reeds bestaande woningen te con stateren maar te voorkomen, dat deze in nog te bouwen woningen opnieuw worden gemaakt. Het gaat hier vaak om kleine fouten, die echter achteraf grote moeilijkheden blijken te geven en die zonder kosten verhoging voorkomen hadden kunnen worden. Zo wordt b.v. het lichtpunt in de keuken nog steeds in het midden aangebracht in plaats van boven de werkruimte. En zo zou ik nog vele voorbeelden kunnen geven. In het algemeen zal bij bestudering van plattegronden door de vrouw gelet worden op de indeling van de woning. Op de onderlinge ligging van de keuken ten opzichte van de woonkamer en de badruimte ten opzichte van de slaapkamers, op kasten en bergruimte, op ventilatie, op plaatsen van stopcontacten en lichtpunten. Bij etagebouw b.v. zal er op gelet moeten worden, dat de huisvrouw zelf, zonder gevaar, de ramen aan de buitenkant kan reinigen; op frisse bergruimte voor voedsel en goede voor zieningen voor vuilafvoer. Over al deze dingen kan een Vrouwen Advies Commissie op ervaring gegronde adviezen geven. Ook over het onderhoud van nieuwe materialen kunnen praktische adviezen worden verstrekt aan bewoners van nieuwe woningen. In vele gemeenten bestaat reeds lang een nuttig contact tussen Vrouwen Advies Commissies en gemeentelijke en particuliere instanties. In Rotterdam b.v. werkt een dergelijke commissie al ruim 11 jaar. Daar wordt geen woning voor de gemeente gebouwd voor en aleer de Vrouwen Advies Commissie haar adviezen heeft gegeven. Dat het werk van de Vrouwen Advies Commissie niet stagnerend en kosten verhogend mag werken spreekt welhaast vanzelf. Wil de Vrouwen Advies Commissie in Breda echter haar uiteindelijk doel bereiken, dan zullen particuliere en gemeentelijke bouwinstanties moeten inzien, dat het de vrouwen ernst is ook mede te bepalen hoe onze nieuwe woningen gebouwd zullen worden. Dat de hierboven genoemde activiteiten van de Vrouwen Advies Commissie van Breda ook financieel gesteund moeten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 418