422 28 OKTOBER 1959 sector. Spreker vraagt of de gedachten van burgemeester en wethouders in die richting gaan. Hij zou het op prijs stellen indien binnen niet al te lange tijd een nota hierover de raad zal bereiken. Wethouder JONGBLOED antwoordt, dat er verschil bestaat tussen het noteren van een bepaalde gegadigde voor de grond en het in optie geven van de grond. Als iemand interesse heeft voor een bepaald stuk grond wordt hij hiervoor genoteerd. Komt er een andere gegadigde, dan moet de eerste direct bescheid geven. Een dergelijke toezegging is geen cptie. Er wordt geen rente geheven. De werkelijke optieverlening komt in de praktijk inderdaad weinig voor. In dat geval moet er naar de mening van burgemeester en wethouders rente of waarborgsom betaald worden. Wat de exploitatie-opzetten betreft zegt spreker, dat al jarenlang getracht wordt grondprijzen en woongenot gelijk te stellen. Dit is nog niet gelukt en daarom wordt voor elk complex gronden een afzonderlijke exploitatie-berekening opgezet. In principe zijn burgemeester en wet houders het met de heer Vermeulen eens. Binnen niet al te lange tijd zal hierover een nota aan de raad worden voorgelegd. De heer VERMEULEN is de wethouder erkentelijk voor zijn toe zegging en verzoekt hem niet te lang te wachten met zijn nota. Het moet toch mogelijk zijn, dat in het grondbedrijf tot uitdrukking komt, wat de grond voor bepaalde doeleinden moet kosten, aangepast aan het woon- gerief. De heer RATTINK merkt op, dat in het antwoord van burgemeester en wethouders staat dat van geval tot geval zal worden bezien of er rente berekend wordt. In de brief van de burgemeester staat dat bij optie altijd rente berekend wordt. Spreker zou gaarne weten wie optie ver leent en wie de rente bepaalt. Wethouder JONGBLOED antwoordt, dat optie zo goed als nooit voorkomt. Indien zij echter wordt verleend, dan doet de raad dit en kan deze tevens bepalen of er al dan niet rente moet worden berekend. Het is inderdaad de bedoeling, dat alle gronden van het grondbedrijf in een verzameloverzicht worden opgenomen en dat daarna gedifferentieerde prijzen worden bepaald. Gedeputeerde staten vragen wel eens, wat de gemeente voor een bepaald stuk grond heeft betaald, om daarop hun besluit van al dan niet goedkeuren van een grondverkoop te baseren. Hierna wordt de begroting van he grondbedrijf aangenomen. Beplantingen. Mejuffrouw t'SAS zegt het volgende: Bij het hoofdstuk beplantingen komen gewoonlijk de vrouwelijke raads leden in actie en dit is dan ook wel begrijpelijk: wij versieren nu eenmaal graag een interieur, in dit geval het exterieur van onze stad Breda. In uw antwoord op het centraal rapport zegt U dat de permanente bakken het naar uw mening beter doen dan de losse bakken en dat de permanente bloembakken ook iets voordeliger zijn in onderhoud. Over het beter doen, kan men natuurlijk van opvatting verschillen: de losse bakken, mits goed ingericht, kunnen aardige effecten sorteren! De vulling met winterharde heesters kan m.i. beter achterwege blijven; het is bepaald geen verfraaiing! Mijn vraag is thans nog meerdere permanente bakken te doen plaatsen en dan niet slechts op de nieuwe en pas ingerichte pleinen, maar ook op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 422