440 28 OKTOBER 1959 ons Nederlanders in het buitenland ook een welwillende houding wordt aangenomen. Zo ook hier. Niet alleen tegen onze naaste zuiderburen maar ook tegen alle vreemdelingen wordt soepel opgetreden. Ten aanzien van het fietspad aan de Wilhelminasingel merkt spreker op dat een fietspad voor beide richtingen aan één zijde van de rijweg toch wel zijn bezwaar heeft bij het oversteken. Deze gevaren moet men zeker niet te klein zien. Het is zo dat ieder die een uithangbord wil plaatsen vooraf een for mulier bij de dienst van openbare werken moet aanvragen voor het verkrijgen van de vereiste goedkeuring. Het is nu gebleken dat vele borden geplaatst zijn zonder goedkeuring; verschillende panden hebben door het aanbrengen van aanplakborden enz. estetisch veel geleden. Het is nu een service van openbare werken dat er de aandacht op wordt gevestigd. Inderdaad is het niet zo efficiënt om betrokkenen naar het bureau van de dienst van openbare werken te verwijzen, doch vastgesteld mag worden dat de efficiëncy van de dienst er zeker niet onder lijdt. Ook spreker heeft een brief over de kettinghonden gekregen; hij voelt wel iets voor het idee om de kettinghonden af te schaffen. Hij vraagt zich wel af of er maatregelen kunnen worden getroffen, gezien de land bouwbedrijven. Hij wil het verzoek echter gaarne in de afdeling voor de strafverordeningen bekijken. Het doen plaats nemen van twee agenten aan de Graaf EngelbertLaan bij het begin en einde van de lessen van het Mencia de Mendozalyceum is een maatregel die van tijdelijke aard is. Het is ter plaatse zeer gevaar lijk; de school is pas geopend. Voor de instructie van de leerlingen zijn er tijdelijk agenten geplaatst. Hier mag men niet de conclusie uit trekken dat ook bij andere scholen agenten zullen worden geplaatst. Deze agenten zijn met veel moeite uit het normale dienstschema genomen. Ten aanzien van de opmerking van de heer Van Caulil inzake het bonnensysteem voor de Horecabedrijven acht spreker het beter te wach ten tot de nieuwe burgemeester in functie is getreden. Wethouder JONGBLOED zegt dat de heer Van Duijl gesproken heeft over het gevaarlijke kruispunt IgnatiusstraatBeverweg; er gebeuren daar inderdaad veel ongelukken die van meer of minder ernstige aard zijn. Houdt men zich echter goed aan de verkeersregels dan behoeven daar geen ongelukken te gebeuren; ook daar geldt dat het verkeer van rechts voorgaat. Bovendien is het kruispunt heel erg overzichtelijk. Het is meestal zo dat de meeste ongelukken gebeuren op plaatsen waar dit niet nodig is. Spreker wil dit punt gaarne in de verkeerscommissie bren gen en kijken of er iets aan te doen is. Spreker meent dat het verkeer nabij de Trambrug goed is geregeld. Inderdaad ligt het wel moeilijk als de overweg opengaat en het verkeer vanuit de Belcrum, Spoorstraat en Academiesingel tegelijk over de Tram- brug moet. Ook deze aangelegenheid wil hij gaarne in de verkeerscom missie behandelen. Hij meent wel dat de verkeerssituatie tussen de Tram- brug en de Gasbrug thans vrij goed is geregeld. Ten aanzien van de opmerking inzake het opstellen van de politie nabij de overweg aan de Terheijdenseweg deelt spreker mede dat hij terzake geen ervaring heeft. Toch is de praktijk zo dat als de mensen de politie zien, ze dan alles doen wat is voorgeschreven; zien ze echter geen politie dan worden de voorschriften gemakkelijk overtreden. De maatregel door de politie is mogelijk genomen moeten worden om de mensen de desbetreffende voorschriften te leren. Ook spreker ergert zich steeds aan het optreden van de wielrijders in de stad; zo wordt meestal op het allerlaatste moment de hand uit gestoken. Vooral in de Ginnekenstraat is het fietsen naast elkaar zeer erg. Het is echter zo dat niet een bepaalde categorie de schuld moet worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 440