4 FEBRUARI 1959
39
worden. Bij de thans door burgemeester en wethouders gevolgde methode
kan de gemeenteraad slechts' „ja" zeggen.
De VOORZITTER is van mening, dat bij het stellen van 2 kandidaten
er ook slechts één gekozen kan worden.
De heer DRION merkt op, dat het voorliggende geval gaat over een
herbenoeming. Reglementair gezien behoeven dan geen 2 kandidaten
gesteld te worden.
De heer VERMEULEN is het niet eens met de heer Drion, omdat men
op deze wijze nooit tot verjonging van een commissie e.d. kan overgaan,
tenzij belanghebbende overlijdt of om andere redenen verdwijnt.
De heer DRION zegt, dat er iets is te zeggen voor het door de heer
Vermeulen gedaan voorstel, doch spreker is ervan overtuigd, dat burge
meester en wethouders verstandig genoeg zijn om uit te maken of met
1 of 2 kandidaten gekomen moet worden.
De VOORZITTER deelt mede, dat het in de praktijk gebeurt zoals
de heer Drion heeft medegedeeld. Spreker acht dit de juiste manier.
Indien de aftredende niet voldoet, dan nemen burgemeester en wethouders
maatregelen. Continuïteit in een commissie of in een bestuur heeft ook
grote voordelen.
Overeenkomstig het voorstel wordt be
sloten.
12. Huur kade en bermsloot langs de Aa of Weerijs.
13. Diverse grondaankopen.
14. Vergoeding voortijdige beëindiging pacht M, J. Maas en J. A.
Feskens,
15. Diverse grondverkopen.
16. Overdracht grond ingevolge art. 80, 4e lid L.O.-wet 1920 aan de
Ruusbroecstraat.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt
besloten.
17. Beschikbaarstelling grond en financiering bedrijfsgebouwen Vomati.
De heer VAN BIJNEN zegt uiteraard gaarne medewerking te verlenen
voor industrievestiging. Ook in het voorliggende geval zou hij gaarne
medewerking verlenen, indien bepaalde dingen bij deze industrievestiging
anders zouden zijn. Voorlopig zullen er 22 personen tewerk gesteld kunnen
worden bij deze N.V., die vermoedelijk niet in Breda te vinden zijn of
die aan andere gevestigde bedrijven onttrokken moeten worden. Spreker
is van mening, dat er een industrie zou moeten komen, die het overschot
aan arbeidskrachten opneemt. Bovendien is hij en met hem vele raads
leden, van mening, dat het assemblagebedrijf weinig toekomst heeft. Er
blijft dan alleen een garagebedrijf over en een aparte ruimte met een
benzinepomp.
Spreker kan zich ook niet voorstellen, dat een grote oliemaatschappij
zoveel interesse voor een werkplaats met assemblage heeft, dat zij 200.000
gulden vooruit betaalt. Hij ziet daarin alleen, dat de oliemaatschappij