444
28 OKTOBER 1959
De VOORZITTER acht het een verheugend verschijnsel dat verschil
lende hoofdagenten de vreemde talen reeds lichtelijk machtig zijn.
De contributieverhoging voor de K.F.C. wordt tegelijk met de vast
stelling van deze begroting aangenomen.
Wethouder BASTIAANSEN zegt dat de schets van de heer Vis met
betrekking tot de nakeuring van films juist is. Het is echter niet zo dat
men zich in rooms katholieke kring aan overblijfselen van een voormalig
isolement tracht te ontworstelen.
Spreker meent dat nakeuring absoluut noodzakelijk is omdat verschil
lende films die in de grote steden komen od bepaalde onderdelen abso
luut ongeschikt zijn om hier te vertonen. Hii blijft voorstander om het
regionale nakeuringsinstituut te behouden. Behalve de gemeenten in
Noord-Brabant en Limburg zijn er ook verschillende andere gemeenten
bij de K.F.C. aangesloten.
Mevrouw VAN MIERLO is het eens met wethouder Bastiaansen. In de
rijksfilmkeuringscommissie zitten inderdaad katholieken; de beslissing in P
die commissie wordt echter genomen met meerderheid van stemmen. A
In Duitsland bestaat de z.g. Schnlkartc: dit is een bewijs dat do ouders A
teld van goed vinden dat hun kind nanr de bioscoop gaat. Do oontnilo daarop is. 6 3
zeer streng.
".pf 1 nn De heer VIS zegt dat de wethouder hem niet heeft kunnen overtuigen.
Deze heeft alleen gesteld dat geconstateerd is dat nakeuring nodig is.
Er zijn evenwel argumenten nodig om spreker te kunnen overtuigen.
De opmerking van mevrouw Van Mierlo, dat in de centrale filmkeuring
het standpunt van de katholieke vertegenwoordigers niet meetelt, omdat
bij meerderheid van stemmen een besluit wordt genomen, vindt spreker
zwak. De katholieke stem zal in de centrale commissie wel degelijk
meetellen. Het is een zaak van meerderheidminderheid, die ook van uit a
de andere kant is uit te leggen. Het betoog van mevrouw Van Mierlo
over de gang van zaken in Duitsland is juist; men zou hieruit kunnen
concluderen dat we hier op de verkeerde weg zijn. De mededeling van
mevrouw Van Mierlo inzake de Schulkarte heeft echter niets met katho
lieke nakeuring te maken. Een dergelijke maatregel zou in Breda echter
meer vruchten afwerpen dan de nakeuring.
Noch de wethouder noch mevrouw Van Mierlo hebben spreker over
tuigd.
Mevrouw VAN MIERLO zegt alleen beweerd te willen hebben dat er
in andere landen iets anders bestaat.
De heer DRION wil in het midden laten of wat in Duitsland gedaan
wordt juist is. Zolang er niets anders is moet de katholieke nakeuring
behouden blijven. De katholieken die zitting hebben in de centrale film
keuring hebben slechts tot taak te keuren wat in den lande toelaatbaar
moet worden geacht. In het zuiden heeft men nu eenmaal andere nor
men; dit is eenmaal zo gegroeid. Dit moet gehandhaafd blijven. Wie met
jeugdcriminaliteit te maken heeft weet maar al te goed dat de bioscoop
hierin een belangrijke rol speelt. Spreker is er voor dat strenge normen
worden aangelegd. Hij is weshalve voor de subsidieverlening aan de
K.F.C.
De heer HULSKRAMER kan met het standpunt van de wethouder
medegaan. Het voorbeeld van mevrouw Van Mierlo laat zien dat het
probleem ook langs een andere weg kan worden aangepakt. De film-