28 OKTOBER 1959 449 De heer QUADEKKER dankt de wethouder voor zijn antwoord. Hij heeft niets tegen het St. Ignatius-ziekenhuis, doch hij wilde alleen maar de wens te kennen geven dat alle drie de ziekenhuizen bij het vervoer van gewonden en zieken worden ingeschakeld. Ook de heer MINDERHOUD dankt de wethouder voor zijn toezeg ging; hij hoopt dat het nu geen jaar meer zal duren. De heer ZIJTREGTOP zegt van de wethouder begrepen te hebben dat de taakstelling van de psychologische dienst in de breedte moet worden gezocht en niet in de diepte. De heer VAN DEN EEDEN is tevreden met het antwoord omtrent het zwembad „het Ei". Spreker begrijpt dat hij te zijner tijd nog wel gelegenheid zal hebben om over deze zaken nog iets te zeggen. Ten aanzien van de schooltandverzorging deelt spreker mede dat hij meent dat de feitelijke controle tot en met het 3e leerjaar te laag ligt. Hij ziet dit gaarne uitgebreid tot de leerplichtige leeftijd. Laat Breda dan een goedkoop systeem hebben, er moet evenwel naar een goede oplossing worden gestreefd anders zou goedkoop wel eens duurkoop kunnen zijn. De heer VAN CAULIL is tevreden met het antwoord van de wet houder. Wethouder VAN BOXTEL zegt dat voor zover het aan het college van burgemeester en wethouders zal liggen de oplossing van het geschil in de schooltandverzorging geen jaar meer zal duren. Spreker zegt toe deze zaak met spoed te zullen aanpakken. Hij wil nog wel een voorbehoud maken inzake de opmerking van de heer Zijtregtop over de dieptewerking van de schoolpsychologische dienst. Het moet niet uitgesloten zijn dat het werk van de schoolpsychologi sche dienst ook in de diepte wel zou kunnen uitbreiden omdat te zijner tijd bepaalde plannen dienen te worden ontwikkeld. De heer Van den Eeden heeft gesteld dat de schooltandverzorging tot en met de leerplichtige leeftijd moet plaats vinden. Aan deze uitspraak zou spreker zich echter vandaag niet willen wagen. Inderdaad moet niet naar het goedkoopste systeem worden gezocht, maar wel naar een goed en handig systeem. Hierna wordt hoofdstuk IV vastgesteld. De VOORZITTER vraagt de besprekingen zoveel mogelijk te bekor ten, zonder de waarde van de besprekingen daaronder te doen lijden, temeer omdat er verschillende leden zijn die de eerstvolgende dagen niet kunnen vergaderen. Hoofdstuk V. Volkshuisvesting. De heer VAN BIJNEN zegt dat er al veel is gepraat over woningwet woningen. Het is bekend dat de raad de bouw van woningwetwoningen wenst. De plannen van Mariaveld, Brabantpark en Nieuw Ginneken worden gerealiseerd, zodat spreker de Vuchtpolder als de laatste plaats ziet om te komen tot woningwetwoningen. Als dit het geval is, dan is het te betreuren dat de prontobouw zoveel ruimte in beslag neemt. Omtrent de bejaardentehuizen wacht spreker gaarne het rapport van burgemeester en wethouders af.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 449