28 OKTOBER 1959 455 voldoen door de huurder van een huurschuld, dan is er althans naar mijn bescheiden mening, sprake van machtsmisbruik door de overheid. Elk machtsmisbruik heeft rechtsongelijkheid en rechtsonzekerheid tot gevolg. Hoe zou Uw college er bijv. over denken, mijnheer de voorzitter, in dien de huurder van een van onze woningen zou mededelen voorlopig de betaling van de gas- en lichtrekening stop te zetten totdat door de gemeente, in zijn functie als huiseigenaar, zou zijn voldaan aan bepaalde verplichtingen t.o.v. hem. De kwaliteit van veel van de door de ge meente in de loop der jaren opgekochte woningen maakt het bovendien ook praktisch nog wel mogelijk dat een zodanige situatie zich zou kunnen voordoen. Voor de discussie is dit overigens onbelangrijk. Hier dus de omgekeerde situatie, de huurder koppelt twee functies welke hij t.o.v. de gemeente inneemt om daardoor, buiten het daarvoor geldende recht om, pressie uit te oefenen op de gemeente. Aannemende, dat de gemeente niet onmiddellijk de levering van gas en elektriciteit in dit geval zou stopzetten vraag ik mij af, of dan van de zijde van Uw college naar analogie van thans, in antwoord op dan te stellen vragen in het centraal rapport, als volgt daarop zou worden ge antwoord: „Wij achten het uit sociaal oogpunt zeer belangrijk, dat iedere huis eigenaar en dus ook de gemeente, de verplichtingen welke hij uit dien „hoofde op zich heeft genomen, nakomt. Met name geldt dit voor het in „bewoonbare toestand houden van de door hen verhuurde woningen en „het nakomen van alle voor hen daaruit voortvloeiende verplichtingen. „Bovendien zal de maatregel van het niet betalen van gas en elektri citeit waartoe de huurder eenzijdig heeft besloten voor ons een betere „oplossing zijn dan dat wij door hem gedagvaard zouden worden wegens „wanprestaties voortvloeiende uit de tussen hem en ons gesloten huur- „overeenkomst. Niet alleen zal de thans door de huurder gevolgde weg „financieel voor ons voordeliger zijn, maar bovendien wordt daardoor „minder schade toegebracht aan het algemeen belang, doordat wij anders „als gemeente, openlijk in gebreke zouden worden gesteld voor het niet „nakomen van onze privaatrechtelijke verplichtingen. „Wij stellen Uw raad daarom dan ook voor, om in dit overigens ook „naar ons oordeel eigenmachtig optreden van de huurder maar te be- „rasten". Ik zie het al gebeuren, mijnheer de voorzitter, maar waarom dan eigen lijk niet? Zou de huurder in dit geval t.o.v. ons principieel zoveel anders handelen dan wij nu doen ten opzichte van hem! Vanwaar dan dit van zelfsprekend aanvaarden van rechtsongelijkheid tussen huurder en ver huurder; in het ene geval en waarom dit niet evenzeer in het andere geval aanvaard. Is machtsmisbruik in deze verhoudingen een algemeen aanvaard privilege van de overheid? Uit de thans gevolgde methode vloeien overigens nog wel meer rechts- ongelijkheden voort dan alleen maar de rechtsongelijkheid welke daardoor ontstaat tussen de gemeente als verhuurder en onze burgers als huurders van deze gemeentewoningen. De rechtsongelijkheid is evenzeer aanwezig tussen de particuliere ver huurders en de gemeente als verhuurder, tussen de huurders van wonin gen van particuliere eigenaren en die welke huren van de gemeente. Er ontstaan tengevolge daarvan twee categorieën van huurders en twee categorieën van verhuurders waarvoor verschillend recht geldt althans wordt toegepast. Want dat is het juist, mijnheer de voorzitter, dat verschillend recht geldt niet, maar het wordt toegepast. Dat het tot dusver kon worden toegepast vindt zijn oorzaak in de bijzondere middelen welke de ge meente uit anderen hoofde dan zijn huiseigenaarschap tot zijn beschikking heeft om zijn huurders daardoor onder druk te zetten. Het feit, dat deze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 455