468
28 OKTOBER 1959
De VOORZITTER zegt, dat burgemeester en wethouders er naar stre
ven niet te veel namen te geven aan één straat. Men doet er de mensen
geen groot plezier mee. Het is ook niet juist het Dr .Struyckenplein
Europaplein te noemen omdat dan aan twee zijden de Dr. Struycken-
straat ligt. Spreker voelt wel voor een Europastraat of -plein. Hij zal
de straatnamencommissie hiermede in kennis stellen. Bij het in voorbe
reiding zijnde nieuw straatnamenboekje kan hiermede dan nog rekening
worden gehouden.
Mevrouw VAN MIERLO vindt het niet juist als bestaande namen
worden veranderd.
Wethouder JONGBLOED zegt, dat burgemeester en wethouders de
betekenis van het bouwcentrum geenszins onderschatten. Bij een bepaald
plan wordt altijd een architect aangetrokken. Op diens weg ligt het
deskundige adviezen aan te vragen. Zo dient deze dan ook het bouw
centrum in te schakelen. Bij schouwburgbouw en de bouw van het ge
meentehuis wordt aandacht besteed aan de verschillende facetten.
De kwestie van de aanplakborden zullen burgemeester en wethouders
eens rustig bezien. De trottoirs langs de braakliggende terreinen in het
Heuvelkwartier zijn gelegd of worden binnenkort gelegd.
Het rijwielpad langs de Graaf Engelbertlaan zal hij nog eens door
openbare werken doen bezien.
Wat de openbare waterlopen betreft in het agrarisch gedeelte der
gemeente zal spreker bij de cultuurtechnische dienst op spoed aandringen.
Er wordt naar gestreefd de Haven zo rein mogelijk te houden. Spreker
wil een beroep doen op de omwonenden om er geen vuil en afval in te
gooien. Hij heeft in de Haven een en ander zien drijven dat er beslist
niet in hoorde.
De mogelijkheid van de verharding der Huifakkerstraat wil spreker nog
nader bezien. In de buurt van de Emer zullen verschillende wegen wor
den verlegd; spreker zal de mogelijkheid van verbetering van particuliere
wegen nader doen bekijken.
De heer VAN TOLEDO vraagt verder de aandacht van de commissie
voor de straatnamen te vestigen op het noemen van straten naar leiders
van het verzet.
De VOORZITTER antwoordt, dat deze kwestie jaren geleden volledig
is doorgesproken. De raad was het toen eens het bij de straten te laten,
welke thans naar verzetstrijders zijn genoemd.
Hierna wordt hoofdstuk VI aangenomen.
De heer VAN BIJNEN stelt voor de vergadering na de behandeling
van hoofdstuk VII te beëindigen, omdat hij vreest, dat de behandeling
van de overige hoofdstukken er onder zal lijden.
De VOORZITTER merkt op, dat hij nog niet vergadermoe is.
De heer VERMEULEN ondersteunt het voorstel van de heer Van
Bijnen. Het is noodzakelijk dat voor de hoofdstukken die nog behandeld
moeten worden, genoeg tijd beschikbaar is.
De VOORZITTER antwoordt dat hij alle leden gaarne de gelegenheid
geeft volledig uit te praten. Hij zou liever voortgaan. Hij vraagt degenen
die willen eindigen hun hand op te steken. Het blijkt, dat de meerderheid
van de aanwezige leden de vergadering wenst te beëindigen.