30 OKTOBER 1959 Tegenwoordig: Mevr. TH. M. M. DE BONTE-DE MUNNIK, Mevr. M. W. B. A. VAN MIERLO-MUTSAERS, Mej. D. M. J. t'SAS en de heren A. C. BASTIAANSEN, mr. K. A. M. BASTIAANSEN, W. C. A. M. VAN BOXTEL, H. BROEDERS, J. M. VAN BIJNEN, P. J. VAN CAULIL, H. J. C. COSIJN, C. A. VAN DUIJL, C. VAN DEN EEDEN, J. J. J. HILTE, K. VAN HOUTEN, G. F. HULSKRAMER, A. JONG BLOED, J. J. KAMPHUYS, D. J. A. KRAMERS, A. KROON, A. MENDES, J. A. MEIJS, G. MINDERHOUD, P. F. C. NIEUWLAAT, F. P. VAN DE NOORT, J. H. M. QUADEKKER, A. J. A. RATTINK, H. F. W. STOKKERMANS, H. VAN TOLEDO, J. F. V. VERMEU LEN, J. VERSCHUREN, drs. P. VIS, F. VAN WERKHOOVEN. Afwezig de heren H. BIEMANS, G. CAMPHENS, mr. B. W. M. DRION, N. W. C. VAN GISBERGEN, F. J. MELZER, F. H. M. MOL en drs. N. H. ZIJTREGTOP. Voorzitter: de heer J. A. MEIJS. Secretaris: de heer mr. PH. I. E. VAN WOENSEL. De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit, waarvan de tekst is opgenomen in artikel 10 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad. Bericht van verhindering is binnengekomen van: de heren N. W. C. VAN GISBERGEN en drs. N. H. ZIJTREGTOP. De VOORZITTER deelt mede dat wethouder Jongbloed iets later ter vergadering zal komen i.v.m. een bespreking. Hierna stelt de VOORZITTER hoofdstuk VIII van de gemeente begroting voor 1960 aan de orde. De heer RATTINK zegt' Ik zou gaarne een opmerking vooraf willen maken. Ik heb reeds ettelijke begrotingsvergaderingen medegemaakt, waarbij altijd hoofdstuk VIII in het gedrang komt. Ik vind het nu prettig, evenals mijn linker buurman, dat er nu de nodige tijd aan dit hoofdstuk kan worden besteed. Mijnheer de voorzitter. Elk jaar weer, als ik zo over de algemene beschouwingen met betrekking tot het onderwijs pieker, vraag ik mij af of het zin heeft in een gemeente raad zulke beschouwingen te houden. Dit brengt tegelijk mede de vraag stelling welke bemoeienis deze gemeente heeft met het onderwijs.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 471