42 4 FEBRUARI 1959 worden gehaald. Dit rapport heeft dus alleen hypothetische waarde. Daarom meent spreker, dat het niet juist is, dat aan dit rapport een dergelijke grote waarde mag worden toegekend als thans is gedaan. Boven dien is de zekerheid minder dan de gemeente-accountant heeft voorge schreven. Spreker vraagt zich af wat de gemeente gaat doen als de N.V. Vomati haar contractuele verplichtingen niet na zal kunnen komen. Inderdaad zal men met het contract in de hand maatregelen kunnen nemen, doch men beslist dan tevens over het al of niet werken van de arbeiders. Spreker deelt mede zijn stem niet aan het voorstel van burgemeester en wethouders te kunnen geven. De heer VAN BOXTEL kan zich volledig verenigen met de heren Vermeulen en Zijtregtop. In het preadvies schermen burgemeester en wethouders met het assem- blagebedrijf. Spreker vindt dit merkwaardig omdat uit de stukken geen relatie met Lyon blijkt. Indien dit het geval zou zijn, zou men met recht over een essemblagebedrijf kunnen spreken. Dan zou men ook meer zekerheid hebben, omdat het moederbedrijf garant zou zijn voor het Nederlandse bedrijf. Bovendien is de N.V. Vomati minder aantrekkelijk omdat het een niet-arbeids-intensief bedrijf is. Zou het niet tot assemblage komen, dan wordt er slechts een garage bedrijf gevestigd, waardoor de omzet van een aantal Bredase bedrijven zal dalen. Spreker vraagt zich daarom af of het gewenst is, dat door de gemeente een dergelijk bedrijf op gang wordt gebracht en dat de gemeente daar door de produktie verschuift naar dit bedrijf, dat geen enkel Bredaas belang vertegenwoordigt. De heer MELZER vraagt zich af hoe de zakelijke verhouding is tussen de N.V. Vomati en de N.V. Berliet. Bij de stukken heeft spreker geen kopie van het contract aangetroffen. Alleen was daarbij een in 't Frans gestelde brief. Spreker zou het toch wel aangenaam gevonden hebben indien deze vertaald zou zijn. Een antwoord op deze brief zou hij ook gaarne gezien hebben. Hij vraagt zich af of het al of niet geaccepteerd is. Spreker acht dat hierdoor de gehele zaak op losse schroeven staat. Een rente van 4%% voor een investering van de gemeente van ƒ500.000, noemt spreker in dit geval met zijn grote risico's veel te laag. Hij waar schuwt tegen het voorbeeld in de omgeving van Breda indien het mis gaat met de industrievestiging. Inderdaad kan men zeggen, dat de gemeente dan toch nog de grond en de gebouwen bezit, maar spreker is van mening, dat de gemeente daaraan niets heeft. Hij besluit met de mededeling, dat zijn fractie tegen zal stemmen. De heer KROON wil ieder voorstel van burgemeester en wethouders ten aanzien van industrievestiging met welwillendheid tegemoet treden. Spreker is echter huiverig van het thans voorliggende voorstel. Hij kan zich volkomen met de door de heer Vermeulen naar voren gebrachte bezwaren verenigen. Zeer gaarne zal hij zien, dat er industrieën worden aangetrokken, omdat de arbeidsplaatsen moeten worden aangevuld. Spreker is van mening, dat van het assemblagebedrijf weinig terecht zal komen, waardoor een normaal garagebedrijf zal worden overgehouden. Ook voor de aanvulling van de arbeidsplaatsen heeft de vestiging van dit bedrijf geen zin; in de eerste drie jaar zullen er zeer weinig arbeids plaatsen in het bedrijf zijn. Spreker zal zijn stem aan het voorstel van burgemeester en wethouders onthouden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 42