30 OKTOBER 1959
475
Maar, mijnheer de voorzitter, deze zaak is al lang, lang in behandeling.
Het zal bijna twee jaar zijn en vraagt nu om een beslissing. Bij de
verdeling hebt U bovendien willen betrekken de vijf door de gemeente
te bouwen zalen. In de vergadering van 11 maart van dit jaar kreeg U
fiat op het gevraagde krediet. Als nu gedeputeerde staten spoedig hun
goedkeuring hieraan hadden gehecht, had U dan echt het idee dat die
vijf lokalen al praktisch in de verdeling bij de aanvang van het school
jaar 1959/60 konden worden betrokken? Aanbesteding en bouw vragen
de nodige tijd.
Mijnheer de voorzitter, thans worden wederom gegevens verzameld.
Deze zaak is nu al wel heel lang in behandeling en nog zijn we praktisch
geen stap verder dan enkele jaren geleden toen ik voor het eerst de zaak
aansneed.
Deze kwestie is van veel belang. Verschillende scholen kunnen geen
gymnastiekonderwijs geven door het enkele feit dat zij niet beschikken
over een gymnastieklokaal. Dit is een onhoudbare toestand. Het komt
nu voor dat scholen met alle klassen, en dus ook de laagste, gebruik
maken van hun lokaal, terwijl andere scholen geen mogelijkheid hebben
tenminste hun hoogste klassen gymnastiek te geven.
Een redelijke verdeling waardoor ook de „Habenichtsen" aan bod
komen, dient thans toch wel zeer spoedig tot stand te komen. Dit in het
belang van de schoolgaande jeugd welke nog steeds verstoken is van
gymnastiekonderwijs.
Mijnheer de voorzitter, van het volgende punt zou ik willen zeggen
dat de molen langzaam maalt maar fijn. Het onderwerp van de voor
lichting, speciaal met betrekking tot de voorlichting van de afdeling
„onderwijs", is door mij reeds enkele jaren geleden in die afdeling aan
de orde gesteld. Was het dan in eerste instantie met betrekking tot de
afdeling onderwijs, naar mijn gevoel gaat de zaak waarschijnlijk toch
algemeen spelen.
Het zal al wel zeker een jaar geleden zijn, dat ik in de afdeling onder
wijs het nodige inlichtingenmateriaal betreffende de voorlichting in zake
onderwijs verstrekte. Hierna zijn door uw college bij verschillende ge
meentebesturen over hetzelfde onderwerp inlichtingen ingewonnen. Dit zal
ruim een half jaar geleden zijn. Uit die tijd zijn er helaas geen notulen,
zodat ik een en ander niet positief kan nagaan. Maar mijn schattingen
zullen vrijwel juist zijn.
Mijnheer de voorzitter, ook deze zaak is reeds geruime tijd in onderzoek.
Het onderwerp, hetzij met betrekking tot de voorlichting in het algemeen,
hetzij partieel wat de afdeling „onderwijs" betreft, is van eminent belang.
Daarom verdient deze zaak zeker spoedig zijn beslag te krijgen. Want
waar gaat het om, mijnheer de voorzitter? De voorlichting, inlichting,
toelichting aan de raad moet zodanig zijn dat deze op grond van alle
beschikbare gegevens een gefundeerd en verantwoord besluit kan nemen.
Mijnheer de voorzitter, mijn fractie zal een spoedige mededeling van
uw zienswijze en eventuele bespreking daarvan op prijs stellen.
Tenslotte, mijnheer de voorzitter, wens ik nog iets te zeggen over
hetgeen de heer Minderhoud reeds bij de algemene beschouwingen naar
voren heeft gebracht, nl. over de christelijke u.l.o.-school Bastionstraat,
waar meer leerlingen zijn dan er ruimte voorhanden is. De heer Minder
houd zou daarom gaarne zien dat er tijdelijk barakken bij deze school
zouden worden gezet.
Niet zo lang geleden is er door de raad medewerking verleend voor
de bouw van een christelijke u.l.o.-school in Ginneken. Ik ben van
mening, mijnheer de voorzitter, dat de leerlingen die deze school zullen
bevolken, thans de school Bastionstraat bezoeken, waardoor de school
Bastionstraat te weinig plaatsruimte heeft. Indien de school in Ginneken
gereed zal zijn, dan zal dit euvel verholpen zijn. Het zal dan ook waar-