478
30 OKTOBER 1959
Spreker verzoekt burgemeester en wethouders een onderzoek in te
stellen naar de mogelijkheid in het Brabantpark een openbare kleuterschool
te stichten en zou gaarne de toezegging krijgen dat binnenkort het nodige
door burgemeester en wethouders zal worden gedaan.
Wethouder Bastiaansen is van mening, zo zegt spreker, dat zijn con
clusie over het stichten van een afzonderlijke school voor het openbaar
kleuter- en lager onderwijs voorbarig is. Dat kan hij niet met de wethouder
eens zijn. Uit het antwoord op het centraal rapport blijkt dat de behoefte
aan openbaar onderwijs toeneemt. Het samenstellen van een prognose
zou enige tijd vorderen. Spreker wil echter opmerken dat bij de behande
ling van de begroting voor 1959 door burgemeester en wethouders deze
prognose aan de raad werd toegezegd.
Spreker is van oordeel dat burgemeester en wethouders op het gebied
van het bijzonder neutraal onderwijs diligent moeten zijn en de situatie
op de voet moeten volgen. De prognose ziet hij met belangstelling tegemoet.
In de vorige raadsvergadering is er medewerking verleend tot stichting
van een bijzondere lagere school in het uitbreidingsplan Doornbos. Bij
dit voorstel was echter wel een prognose gevoegd.
Spreker is van mening dat het gemeentebestuur heeft te zorgen voor
voldoende openbaar lager onderwijs; het onderwijs voor een minderheids
groep van de bevolking, die aan zijn trekken moet komen.
Nogmaals brengt hij onder de aandacht dat het aantal leerlingen aan
de openbare kleuterschool Beverweg is toegenomen met 59%. Houdt men
hierbij rekening met de afgewezenen wegens plaatsruimte, dan kan men
deze toeneming rustig op 100% stellen.
De kwestie over het gebruik van de gymnastiekzalen loopt al lang.
Hij vraagt de verdeling van deze zalen te regelen voor de aanvang van
het schooljaar 1960/1961. In alle vertrouwen wil hij thans burgemeester
en wethouders vragen dit vraagstuk op korte termijn af te doen.
Spreker wenst echter nog de suggestie te doen alle beschikbare lokalen
in een pool te brengen en wijksgewijze te verdelen. Hierbij verzoekt hij
echter dan ook rekening te houden met de plaatselijke gymnastiekvereni
gingen.
In verband met het ter inzage geven van de stukken waarop burge
meester en wethouders hun mening hebben gebaseerd, is spreker van
mening dat hij bedoeld heeft die stukken die voor een raadslid nodig zijn
om tot een gemotiveerde en verantwoorde besluitvorming te komen.
Wethouder Bastiaansen heeft zich bereid verklaard de raadsleden in de
vergadering van de afdeling voor het onderwijs de nodige gegevens te
verstrekken. Spreker heeft vertrouwen in de wethouder en het lijkt hem
toe dat dit wel in orde zal komen.
De heer NIEUWLAAT merkt op dat de heer Rattink heeft gezegd,
dat er in de gemeente Breda niet voldoende openbaar onderwijs zou zijn.
Hij wijst er echter op dat er ook nog een openbare school Viandenlaan
bestaat, die in verband met het geringe aantal kinderen van jaar tot jaar
bekeken moet worden. Spreker kan daarom de heer Rattink niet volgen.
De heer HULSKRAMER is verheugd dat hij de heer Rattink verkeerd
heeft begrepen.
De heer MINDERHOUD was niet van plan op het plaatsen van
barakken terug te komen. Nu heeft de heer Rattink hem uit zijn tent gelokt.
Inderdaad betreft het hier de christelijke u.l.o.-school Bastionstraat. In
sommige gevallen is er medewerking door de raad verleend voor de bouw
van barakken. Thans blijkt dat de wethouder geen voorstander is voor
deze barakkenbouw. Hij wenst nu echter deze kwestie nogmaals onder
de aandacht te brengen. Het bestuur van de Dr. de Visserschool heeft
vorig jaar een aanvrage ingediend voor de bouw van een u.l.o.-school