480 30 OKTOBER 1959 De nieuwe verdeling van de gymnastieklokalen over de scholen is gepland op het begin van het schooljaar 1960/1961, omdat dit een datum is, waarop men kan afgaan. De gehouden besprekingen met de hoofden van de scholen hebben een bevredigend resultaat gehad en spreker hoopt dat men tot resultaat zal komen. Hij zegt toe al het mogelijke te zullen doen deze kwestie op te lossen. Wat betreft de wensen over de stukken voor de raad vraagt spreker vertrouwen in hem te stellen. Hij is bereid om in de vergadering van de afdeling onderwijs of in de raadsvergadering alle nodige inlichtingen aan de raadsleden te geven die voor hen noodzakelijk zijn om tot een gedegen besluitvorming te komen. Men mag echter niet zo ver gaan om te verlangen alle bescheiden waarop het beleid van burgemeester en wethouders steunt ter inzage te krijgen. De heren Nieuwlaat en Vis hebben gewezen op de openbare school Viandenlaan. Spreker merkt op dat een goed verstaander maar een half woord nodig heeft. Het valt niet te ontkennen dat de grootte van het aantal leerlingen van deze school oorzaken moet hebben. Deze kwestie behoort tot sprekers taak. Ook zonder dat dit in deze vergadering ter sprake zou zijn geweest, was dit hem reeds opgevallen. Dat de heer Minderhoud de kwestie van de barakkenbouw bij de school Bastionstraat met spreker nog eens wil doorspreken is zijn goed recht. De door de heer Van Toledo gestelde vraag over de vakantiespreiding is niet bij het centraal rapport gesteld, zodat spreker daarop thans, als zijnde buiten de orde van de vergadering, geen antwoord kan geven. De heer RATTINK vraagt nog of burgemeester en wethouders willen overgaan tot stichting van een openbare kleuterschool in het Brabantpark op grond van het grote aantal afgewezen kleuters wegens plaatsgebrek. Wethouder BASTIAANSEN deelt mede, dat een kleuterschool in het Brabantpark door burgemeester en wethouders is geplaatst op de urgentie- lijst. Uit bespreking op het ministerie heeft hij echter de indruk gekregen dat een urgentieverklaring voor deze school niet zal worden afgegeven, omdat de grote gemeenten in het verleden veel scholen hebben toegewezen gekregen, waardoor op het platteland een achterstand is ontstaan, die moet worden ingehaald. Spreker hoopt echter dat het zal gelukken alsnog de toewijzing voor 1960 te bemachtigen. 15. Nijverheidsonderwijs. De heer COSIJN zegt: Mijnheer de voorzitter. Naar aanleiding van de opmerkingen van de heer Quadekker over de toestanden bij het Nijverheidsonderwijs, waarop de wethouder mr. Bas- tiaansen reeds geantwoord heeft, zou ik toch gaarne als lid van de commissie van het nijverheidsonderwijs nog enige nadere toelichting willen geven. Wat de kwestie van het overblijven betreft is sinds enige jaren een lokaal op de binnenplaats gezet, waarin pl.m. 300 leerlingen kunnen over blijven: deze ruimte is dus voldoende, maar inderdaad zitten de overblijvers nog in banken, 't Zou natuurlijk idealer zijn, dat de leerlingen, die de hele dag al in banken zitten, in de overblijftijd aan tafels en stoelen konden zitten, maar dit is nog toekomstmuziek, daar dit grote kosten met zich meebrengt. Betreffende het overblijflokaal voor de Scheepswerktuigkundigen kan ik de heer Quadekker mededelen, dat de toestand als door hem geschetst

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 480