30 OKTOBER 1959 481 zo was tot 1 september j.l., maar sinds die datum is voor hen een nieuw lokaal ingericht met tafels en stoelen. Ik kan het met de heer Quadekker volledig eens zijn wat betreft zijn opmerking over de toestand der gebouwen. Het is een oud gebouw en door de grote toename van het aantal leerlingen, wat sinds het begin verviervoudigd is, zijn in de loop der jaren nieuwe lokalen gecreëerd door bijvoeging van oude panden, waardoor natuurlijk nooit een goed geheel is tot stand kunnen komen. Gaarne zou ik wel een spoedige oplossing willen zien voor het lager onderwijs, wat gegeven wordt in 6 lokalen van de oude u.l.o.-school in het Valkenberg, welke in zeer slechte toestand verkeren. Hiervan zijn burgemeester en wethouders en de directeur van openbare werken geheel op de hoogte. In tegenstelling echter tot de gebouwen staat een belangrijk punt, n.l. de outillage van de school en het onderwijs. Wij beschikken over een staf van prima leerkrachten en de machines en gereedschappen zijn en worden steeds aan de nieuwste eisen aangepast. Dit laatste is dringend nodig, want al heeft een jongen nog zo'n goede opleiding gehad, maar met ver ouderde machines, dan is hij na het verlaten der school nog niet in staat zich in het arbeidsproces, waar steeds de nieuwste machines gebruikt worden, aan te passen. Ik heb hier een gedetailleerde staat van de uitbreidingen en verbete ringen van de outillage der gemeentelijke technische school van 1 januari 1954 tot heden. Het zou te veel van uw tijd in beslag nemen om dit in details voor te lezen, dus wil ik volstaan met slechts enkele totaalcijfers. Diverse machinerieën, enz. 508.300,—. Daarnaast voor afdeling buitengewoon nijverheidsonderwijs, waaronder vallen constructie-bankwerken, schoenmaken, schilderen, gieten en vormen 62.500,welke inmiddels werden overgedragen aan de zelfstandig geworden St. Jozefschool voor individueel technisch onderwijs. Voor 1960 werd een aanvrage ingediend voor aanvulling machinepark, vervanging verouderde machines, enz., 80.000, Ik mag dus constateren, dat ondanks de oude gebouwen, wij dank zij het werk van directeur en onderdirecteur, gesteund door de deskundigen in de commissie, met onze outillage aan de spits staan van het nijverheids onderwijs. De heer RATTINK deelt mede dat van de machinistenschool 23 leer lingen aan het laatstgehouden examen hebben deelgenomen. Gaarne zou hij echter hebben vernomen wat het aantal leerlingen is, dat aan deze examens deel had kunnen nemen. De resultaten noemt hij bedroevend nl. 23 leerlingen zijn op examen geweest, 2 leerlingen zijn er geslaagd en 6 leerlingen moeten nog herexamen doen. Men kan dus rustig aannemen dat 75% van de leerlingen niet geslaagd is. In het antwoord op het centraal rapport zeggen burgemeester en wet houders dat zij zich beraden op welke wijze maatregelen getroffen moeten worden om het examenresultaat ten gunste te doen keren. Uit dit antwoord blijkt dus dat burgemeester en wethouders ook niet voldaan zijn over dit resultaat. Spreker is van mening dat beraad van burgemeester en wet houders noodzakelijk is, doch dat het treffen van maatregelen op korte termijn veel belangrijker is. Gaarne zou spreker vernemen wat de oorzaak ervan is, dat het aantal geslaagden ver beneden peil gebleven is. Spoedig verzoekt hij het resultaat van het beraad te mogen vernemen. De heer QUADEKKER deelt mede dat hij weinig heeft toe te voegen aan hetgeen de heer Cosijn over de gemeentelijke technische school heeft gezegd. Spreker zou het erg onplezierig vinden indien de heer Cosijn hem verkeerd begrepen heeft en hij uit zijn woorden zou hebben opgemaakt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 481