492
30 OKTOBER 1959
tevreden omdat deze zijn ervaring en beleid heeft overgenomen van de
kabinetten Drees.
Kan de wethouder concrete voorbeelden geven van de kunstzinnige
vorming van de schooljeugd?
De door spreker voorgestelde raadscommissie ontmoet bij de wethouder
bezwaren. Hij zou gaarne nog vernemen hoe dit in andere gemeenten
gaat. De door hem voorgestelde commissie is een raadscommissie die
adviseert aan de raad, waardoor debatten in de raadsvergaderingen wor
den voorkomen.
De heer A. C. BASTIAANSEN heeft begrip voor de woorden van
de wethouder. Hij heeft met de vergelijking van Amsterdam met Breda niet
tot uitdrukking willen brengen, dat de gemeente Breda behoefte zou
hebben aan een public relations-man. Toch zou hij voor Breda een sterker
beleid in deze willen zien. Wat voor soort functie er gecreëerd zou
moeten worden kan spreker niet beoordelen.
De heer KAMPHUYS dankt de wethouder voor zijn antwoord. Bij de
oprichting van de muziekbibliotheek heeft spreker met genoegen voor het
subsidie gestemd. Een andere vraag is echter of de muziekbibliotheek is
ondergebracht bij de R.K. Openbare Leeszaal. Wil dit zeggen dat de
stichting is opgeheven? Zo niet, dan zou de stichting toch aan de raad
verslag moeten hebben uitgebracht? Spreker is ervan overtuigd dat de
muziekbibliotheek in een behoefte voorziet.
De heer HULSKRAMER merkt op dat de wethouder heeft gezegd, dat
de speelvijver iets nieuws was. Hij wenst op te merken dat er zo'n speel
vijver reeds in de speeltuin in het Liniekwartier bestaat. Spreker vraagt,
zo er tot het inrichten van speelvijvers zou worden overgegaan, dit
alleen te doen in speeltuinen waar toezicht is.
De heer QUADEKKER heeft met respect en belangstelling mevrouw
De Bonte aangehoord. Spreker adviseert de Vrouwenadviescommissie te
horen over de plaatsing van speelvijvers. Het zal voor de huismoeders
niet prettig zijn, dat kinderen, die er niet op gekleed zijn, kletsnat thuis
komen.
De heer VERMEULEN zegt dat burgemeester en wethouders van
oordeel zijn dat het initiatief voor activiteiten moet uitgaan van parti
culieren. Spreker vraagt of het gemeentebestuur niet stimulerend kan
werken door een prijs uit te loven. Als een van de mogelijkheden noemt
hij een toneelstuk, dat geschikt is om op een van de pleinen in de stad
op te voeren.
Wethouder BASTIAANSEN is eveneens met mevrouw De Bonte van
mening dat de kleuterperiode in het leven van een mens van groot belang
is. Op dit moment kan hij echter niets anders zeggen dan dat hij het
plaatsen van zandbakken zal bevorderen. Deze zandbakken zullen worden
gepland bij nieuwe uitbreidingsplannen en bovendien zal spreker laten
nagaan of het mogelijk is op bepaalde plaatsen in de bestaande wijken
tot plaatsing over te gaan. Dat de jeugd in Boeimeer door de politie
hier en daar werd weggejaagd wordt veroorzaakt doordat de terreinen
nog niet werden vrijgegeven.
De heer Mendes wil spreker antwoorden dat het beleid van burge
meester en wethouders incidenteel bepaald is moeten worden en zolang
er nog geen vaste beleidslijn vastgesteld is kunnen worden, zal dit zo
blijven.
Op de vraag van de heer Mendes wat er aan de culturele vorming