30 OKTOBER 1959 497 college bekend is dat dit een erg pover subsidie is. Hij beschikt over cijfers, waaruit blijkt dat de gemeente Eindhoven ƒ1,— subsidie geeft, de gemeente Roosendaal 1,50, de gemeente Bergen op Zoom 1,75, de gemeente Aalst 3,— en de gemeente Hoensbroek 5,per jeugdlid. Spreker vraagt of burgemeester en wethouders in deze gegevens geen aanleiding vinden deze jeugdsubsidies te herzien. Hij is verheugd dat er verandering is gekomen in de situatie betreffende de sportgelegenheid voor middelbare scholen door de aanleg van de sport velden op het Chassee-terrein. Het sportterrein van het Mencia de Mendoza Lyceum acht hij van te kleine afmetingen. Gaarne zou spreker vernemen of burgemeester en wethouders hebben vastgesteld wat de behoefte is van dit lyceum. Uit het antwoord op het centraal rapport blijkt dit niet. In maart j.l. is er door de raad een krediet verleend voor de bouw van een sporthal. Gaarne zou spreker vernemen of de commissie van advies, die door burgemeester en wethouders is ingesteld, reeds gereed is gekomen. Bovendien zou spreker gaarne vernemen hoe deze commissie is samengesteld. De heer VAN WERKHOOVEN zal gaarne aanhaken aan het gespro kene door de heren Mendes en Kamphuys betreffende het subsidie aan het Zuidelijk Toneel „Ensemble". Destijds heeft hij zich als voorzitter van een Bredase uitkoopvereniging verwonderd over de toekenning van dit subsidie en hij heeft altijd gedacht dat dit op aandringen was geschied van een instantie te 's-Hertogenbosch. Spreker is van oordeel, dat het subsidie van de gemeente Breda gegeven wordt voor uitvoeringen van „Ensemble" in Breda. Want voor uitvoe ringen van dit gezelschap in Holland is naar zijn mening het rijkssubsidie bestemd. Na de oorlog is men gaan streven naar een Brabants toneelgezelschap. Spreker is van oordeel dat het enige zuidelijke wat nog aan „Ensemble" was, nl. de bankrekening bij de N.V. Van Mierlo te 's-Hertogenbosch inmiddels ook is opgeheven. In het seizoen 1958/1959 werden door „Ensemble" 226 voorstellingen gegeven. Hiervan werd er in Noord-Brabant 41 maal opgetreden en in de provincies Zeeland en Limburg 16, dus in het zuiden des lands 57 voor stellingen, waartegenover staan 167 uitvoeringen, d.i. 75% van het aantal voorstellingen, boven de Moerdijk. In vergelijking met alleen de provincie Noord-Brabant zijn de boven-Moerdijkse voorstellingen 82 van het totale aantal. Het spijt spreker, maar hij kan dit gezelschap niet als een zuidelijke toneelgroep zien. In het bovengenoemd seizoen werden 5 voorstellingen in Breda ge geven n.l.: 2 voorstellingen voor Concordia met een bezoek van >j558 personen 1 voorstelling voor Podium met een bezoek van 401 personen 1 voorstelling voor Kunstkring K.A.B. met een bezoek van 650 personen 1 voorstelling voor R.K. Onderwijzersbond met een bezoek van 750 personen in totaal 2459 personen Voor deze 2500 personen wordt een gemeentesubsidie uitgegeven van 21.600,zodat voor iedereen die deze voorstellingen heeft bezocht, de gemeente 9,subsidie geeft. Spreker is van mening dat het doel van dit gemeentelijk subsidie is voorbij gestreefd. Spreker heeft drie voorstellingen welke door het Zuidelijk Toneel voor de schooljeugd werden gegeven buiten beschouwing gelaten. Hij merkt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 497