498 30 OKTOBER 1959 echter op dat deze voorstellingen extra gesubsidieerd worden door de commissie tot behartiging van de culturele belangen der schoolgaande jeugd. Deze uitvoeringen werden door 900 kinderen bezocht. Voor het seizoen 1959/1960 ligt het thans vast dat „Ensemble" 1 voor stelling zal geven voor de uitkoopvereniging H.K.I., 1 voor Podium en 1 voor de Kunstkring K.A.B. De Vereniging „Concordia" had gevraagd om 2 voorstellingen in de maand april, maar wenste niet een volledige garantie te geven. Van „Ensemble" werd hierop geen antwoord ontvangen, zodat voor dit seizoen in Breda in totaal 3 voorstellingen met een gemeentelijk subsidie van 21.600,— op het programma staan. In 's-Her- togenbosch zal „Ensemble" geen enkele maal optreden in dit seizoen. Een collega van spreker heeft hem medegedeeld geen zaal beschikbaar te zullen stellen voor dit gezelschap dat slechts enkele tientallen bezoekers trekt. Spreker deelt mede dat hij tegen het verlenen van dit subsidie is. Vervolgens spreekt hij als zijn oordeel uit dat als de gemeente een subsidie verstrekt, zij daarvoor ook iets mag eisen. Dit heeft de gemeente Breda niet gedaan. Het is spreker bekend dat als de gemeente Amsterdam subsidie verleent, zij daarvoor ook voorstellingen eist. In het thans aangevangen seizoen heeft het Zuidelijk Toneel tot op heden 47 voorstellingen gegeven, waarvan 7 in Brabant, Limburg en Zeeland, en 40 boven de Moerdijk. Van deze 40 zijn er 15 gegeven in het Nieuwe de la Mar-theater in Amsterdam. Spreker is er van overtuigd dat de andere gezelschappen meer doen dan het Zuidelijk Toneel. Bovendien komen de Bredanaars wel naar deze gezelschappen kijken en niet naar het Zuidelijk Toneel. Spreker benadrukt nogmaals dat hij tegen het verlenen van het subsidie aan „Ensemble" is zonder dat daartegenover een garantie staat voor een bepaald aantal te verzorgen uitvoeringen in Breda. Het Brabants Orkest neemt bij spreker een bijzondere plaats in. Hij is trots op het Brabants Orkest, doch heeft ook in dit geval weer een berekening die aangeeft wat dit orkest aan de gemeente Breda kost. In het afgelopen seizoen zijn er in Breda 14 concerten gegeven. Deze concerten werden door 9897 bezoekers bezocht. Op de eerste plaats treft het hem dat van deze 9887 bezoekers er slechts 8530 betalende bezoe kers waren en dus 1367 vrijkaarten. Het gaat volgens hem niet aan dat dit orkest, dat een zeer hoog subsidie ontvangt, zoveel vrijkaarten ver strekt. Of is dit gedaan voor de publiciteit? zo vraagt spreker zich af. De 8530 betalende bezoekers die de concerten bezochten hebben de gemeente dus 81.000,— gekost, hetgeen dus ook in dit geval neerkomt op ƒ10, per bezoeker. Spreker vraagt zich af of ook dit subsidie in verhouding staat met het aantal bezoekers. Hij is van mening dat de financiële verhoudingen ook hier enigszins scheef liggen. Wellicht zou een gesprek met het bestuur van het Brabants Orkest wel eens nuttig kunnen zijn. Spreker heeft bezwaar tegen het grote subsidie, dat aan het Brabants Orkest verleend wordt. Hij denkt altijd nog terug aan de tijd dat de V.V.V. met een subsidie van 1500,per jaar een aantal concerten verzorgde. Deze concerten werden door verschillende orkesten uitgevoerd. Hij weet dat verschillende Bredanaars het betreuren dat dit seizoen het Residentie-Orkest niet naar Breda komt. Volgno. 582b. Ten aanzien van dit subsidie is spreker van mening dat hierbij nogal geheimzinnig wordt omgegaan. Ten opzichte van de raad zijn burgemeester en wethouders naar zijn mening verplicht tot openlegging van de kaarten. Hij vindt het jammer dat de cijfers niet aan de raad kunnen worden overgelegd. Hij neemt niet aan dat het subsidie alleen betaald is aan de uitkoopverenigingen. Spreker zou het beter vinden, dat niet meer de werkelijke tekorten zouden worden gedekt, maar een werkelijk subsidie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 498