510
30 OKTOBER 1959
de werkingssfeer van het ziekenfondsenbesluit. De mededeling van de
heer Van Toledo over de kosten, die ten laste van de ouders komen,
kloppen niet met de werkelijkheid. Indien de kinderen vrijwillig verzekerd
zijn komen er enkele verstrekkingen ten laste van de ouders en zo ook
de eerste 15,voor specialistenhulp.
Mevrouw VAN MIERLO zegt:
Betreffende de verzekering van de jongens en meisjes van de werk
inrichting voor imbecillen die inderdaad niet onder het ziekenfondsen-
besluit vallen, en waar voor de vrijwillige verzekering hiervan de premie
ingehouden wordt van het zakgeld, zou ik U willen vragen de mogelijk
heid te bezien om de betaling van deze premie te willen laten overnemen
door de B.I.M.Z. Ben ik goed ingelicht dan zijn de 6,zakgeld per
week de enige verdienste van deze mensen. Na aftrek van de premie
blijft, er voor hen maar 3,75 per week over, terwijl ook altijd nog de
mogelijkheid bestaat dat de ouders deze geheel van hun kant vrij gesloten
verzekering te allen tijde opzeggen. De dienst maatschappelijke steun en
voorzorg zou dan toch in dit geval voor de keuze staan hen vrijwillig
te verzekeren óf straks bij ziekte of ongevallen alle kosten te betalen en
zij zou zeker het eerste kiezen. Ik zou U om deze twee redenen willen
verzoeken de mogelijkheid, zo deze aanwezig is, en ik vermoed dat daar
voor wel een of andere modus kan gevonden worden, de premiebetaling
door deze dienst te willen laten overnemen. Zo dit niet mogelijk blijkt
zou ik wel liever zien dat deze gelden betaald werden uit de subsidie die
wij aan de Kardinaal De Jong stichting verlenen.
De heer VAN TOLEDO deelt mede dat ten laste van de ouders
van tewerkgestelden op de werkplaats voor imbecillen de kosten van
sanering van het gebit komen behalve 5 extracties. Ook dat noemt spreker
zeer cru voor deze ouders.
Wethouder VAN BOXTEL zegt op het voorstel van mevrouw Van
Mierlo, dat de mogelijkheid tot betaling door de B.I.M.Z. op dit ogenblik
reeds bestaat. De vraag is beslissend hoe de welstand van het gezin,
waartoe de tewerkgestelde behoort, is.
Ook de heer Van Toledo wil hij op deze mogelijkheid wijzen.
Hierna wordt hoofdstuk IX van de be
groting 1960 vastgesteld.
Hoofdstuk X.
De heer NIEUWLAAT zegt dat in het centraal rapport werd gevraagd
of burgemeester en wethouders ook niet van oordeel zijn dat ook voor
Breda mede gezien de huidige financiële positie bijzondere voor
zieningen nodig zijn evenals dit geschiedt voor Etten en Zevenbergen
en eventueel ook Bergen op Zoom. In het antwoord op het centraal
rapport wordt hierop gezegd dat inmiddels contact is gezocht met en
voorstellen zijn gedaan aan de minister van economische zaken.
Wellicht is het te delicaat in deze openbare vergadering aan burge
meester en wethouders te vragen welke voorstellen en in welke vorm
deze voorstellen aan de minister zijn gedaan. Spreker heeft er geen
bezwaar tegen dat deze mededelingen eventueel in een besloten of infor
mele vergadering van de raad gebeuren.
De VOORZITTER zegt dat het de heer Nieuwlaat bekend zal zijn
dat voor enkele gemeenten bijzondere faciliteiten gelden. Burgemeester en
wethouders hebben met de minister van economische zaken mondeling en
schriftelijk contact. Men wil overwegen om Breda tegemoet te komen.
Concrete dingen kan spreker niet mededelen. Doch een incidenteel geval