4 FEBRUARI 1959 47 station, dat geëxploiteerd gaat worden door een grote benzinemaatschappij. Spreker is de mening toegedaan, dat de gemeente op dit punt kieskeurig moet zijn. Hij hoopt, dat het schaap, dat het eerst over de brug komt, een bijzonder gezond schaap zal zijn. Hij is voor de toekomst van dit schaap toch wel erg bang. Met de opmerking van de accountant, dat alleen indien de vestiging van het bedrijf een groot belang voor de gemeente is, boven de door hem genoemde percentages mag worden gegaan voor de financiering van de bouwkosten, kan spreker zich verenigen. Van een groot belang kan hier niet gesproken worden omdat het assembleren geheel buiten de gemeente omgaat. In de brief van de N.V. Berliet aan de N.V. Vomati wordt niet over assemblage gesproken. Spreker concludeert, ondanks de verdediging van het voorstel door de voorzitter, dat hij niet voornemens is zijn stem aan dit voorstel te geven. De gemeente moet niet ter wille van industrialisatie ingaan op elk aanbod. De heer VAN GISBERGEN was aanvankelijk van plan zijn steun te geven aan het voorstel van burgemeester en wethouders, alleen al om de reden, dat zich op het industrieterrein Krogten industrie zou gaan vestigen. De N.V. Berliet heeft de eis gesteld, dat op 1 juli a.s. begonnen zou moeten worden. Hierdoor is de gemeente in een dwangpositie geraakt. Wanneer de N.V. Vomati enige maanden respijt zou geven, dan zou hij dolblij zijn. Burgemeester en wethouders zouden dan dit voorstel terug kunnen nemen en de zaak opnieuw kunnen bekijken en daarover met de Vomati kunnen onderhandelen. Zoals het voorstel van burgemeester en wethouders thans luidt, is het spreker niet mogelijk hieraan zijn medewerking te verlenen. Indien spreker goed is ingelicht heeft de N.V. Vomati in Tilburg reeds getracht om tot vestiging te komen. De heer VAN BOXTEL meent, dat het in 1953 was, dat de minister bij circulaire de gemeenten gewaarschuwd heeft tegen het verlenen van te ver gaande faciliteiten bij industrievestiging. In genoemd jaar was de gemeente Breda nog niet zo ver met haar industrieterrein. In wezen zijn in het voorliggende voorstel ook te veel faciliteiten verleend. Spreker noemt het geen grote kunst om op deze manier het eerste schaap over de brug te halen. Hij is echter bevreesd, dat er nog een hele kudde van deze schapen op komst is. Dat de Bank een krediet van 150.000,— verstrekt vindt spreker niet zo vreemd, omdat hij in de stukken gelezen meent te hebben, dat de vordering preferent is, zelfs boven een vordering van de Oliemaatschappij. Bij assemblage in een dochteronderneming is het toch gewoon, dat de moederonderneming financieel geïnteresseerd is. Spreker is van mening, dat de N.V. Berliet nu zij dat niet is, deze gok gerust kan wagen. De heer Quadekker heeft aan burgemeester en wethouders voorgesteld, het voorstel terug te nemen, doch hier voelt spreker niets voor, tenzij de structuur van het voorstel geheel gewijzigd wordt. De kern van de zaak draait om de financiering en daarin bestaat een grote wanverhouding. Spreker is van oordeel, dat men met een bedrijf nu eenmaal niet met 50.000,aan eigen middelen van de grond kan komen. Inderdaad zou men kunnen zeggen, de gemeente blijft eigenaar van het gebouw, doch dit mag niet het oogmerk zijn voor industrialisatie op deze manier. Spreker kan zijn stem niet aan het voorstel geven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 47