528
11 NOVEMBER 1959
7a. Grond- en bouwvoorschot aan R.K. Bouwvereniging „St. Joseph".
7b. Idem aan de Algemene Woningbouwvereniging voor Breda e.o.
7c. Idem aan de N.V. Volkshuisvesting.
De heer RATTINK is van mening dat in het voorstel genoemd onder
volgno. 7b van de agenda een klein verschil in de berekening zit ten
aanzien van het voorschot voor doorstroomapparaten en vaste wastafels.
Spreker is van oordeel dat het krediet 6.600,lager moet zijn. In de
berekening is opgenomen ƒ21.400,— dit moet naar zijn mening zijn
28.000,-.
De heer HULSKRAMER is het opgevallen dat de aanlegkosten van
de doorstroomapparaten in de drie complexen vrij grote afwijkingen per
woning vertonen.
In het complex van de R.K. Bouwvereniging „St. Joseph", bestaande
uit 131 woningen, hebben de kosten 12.325,bedragen. Dit is per woning
94,—. Bij de 106 woningen van de Algemene Woningbouwvereniging
hebben deze apparaten een bedrag gevraagd van 17.093,80 of 161,
per woning en tenslotte is er in het complex 87 woningen van de N.V.
Volkshuisvesting 12.378,aan besteed of 142,per woning.
Spreker zou gaarne van burgemeester en wethouders vernemen wat de
oorzaak van deze afwijkingen is.
Wethouder JONGBLOED deelt mede dat het verschil in de prijs per
apparaat wordt veroorzaakt doordat niet in alle woningen deze apparaten
zijn aangebracht. Er zijn bewoners die zelf een geiser hebben gekocht
of er een bezaten of deze gehuurd hebben van de maatschap.
Het is spreker niet duidelijk wat de heer Rattink bedoelt. Hij merkt
echter op dat de bouwverenigingen zich met de afrekening hebben akkoord
verklaard.
De heer RATTINK zegt dat in het voorstel genoemd onder 7b van de
agenda in de eerste alinea wordt gesproken over een verleend voorschot
van ƒ21.400,voor het aanbrengen van doorstroomapparaten. In de 3e
alinea is echter sprake van 28.000,—. Dit maakt dus een verschil van
6.600,De raad gaat thans een krediet beschikbaar stellen en spreker
vraagt zich af of dit nu 6.600,— meer of minder moet zijn dan thans
door burgemeester en wethouders wordt gevraagd.
Wethouder JONGBLOED kan op deze vraag thans geen antwoord
geven. Spreker zal dit met de betrokken secretarie-afdeling opnieuw be
kijken. Hij veronderstelt dat de cijfers juist zijn en zegt toe de opmerking
te zullen bezien.
De heer VERMEULEN merkt op dat de raad dus besluit een krediet te
verlenen groot 144.497,of zoveel minder als wethouder Jongbloed
na ingesteld onderzoek blijkt.
Wethouder JONGBLOED verklaart dat het krediet na onderzoek op
het juiste bedrag zal worden bepaald.
Hierna wordt overeenkomstig deze voor
stellen besloten.
8. Verhoging krediet stichtingskosten complex 718 pronto-woningen
annex 180 garages.