530 11 NOVEMBER 1959 gebouwen door het Wit-Gele Kruis en het Groene Kruis of een combinatie in het gebruik van het gebouw als ruimtebiedende gelegenheid. Spreker wenst de nadruk op het eerste te leggen en dit is reeds in het voorstel van burgemeester en wethouders te lezen, nl. ,,De vraag dient gesteld of in deze naar meer samenwerking tussen de plaatselijke verenigingen ge streefd kan worden." Met andere woorden, zo zegt spreker, hebben burge meester en wethouders deze wenselijkheid reeds beklemtoond. Er is uit gegaan van dezelfde gedachte, nl. dat stichting en exploitatie een dure aangelegenheid is, waarbij door samenwerking van de kruisverenigingen zoveel mogelijk efficiency in het beheer kan worden betracht. Ondanks dit standpunt hebben burgemeester en wethouders gemeend deze zaak niet te moeten ophouden, omdat dit wijkgebouw voorziet in een noodzaak, die deze confessionele groep wil realiseren. Bovendien is de rijksgoedkeuring en de akkoord-verklaring van de geneeskundig inspec teur van de volksgezondheid in de provincie Noord-Brabant reeds ont vangen. Ten aanzien van de opmerkingen van de heer Van Houten deeit spreker mede, dat combinatie met een ruimtebiedende gelegenheid voor wat de stichtingskosten betreft erg aantrekkelijk is. Ruimtelijk gezien is dit echter niet zo. Hij is van oordeel dat deze combinatie bij de kruis verenigingen bezwaren zal ontmoeten. Hij denkt hierbij aan de indeling van het gebouw en de outillage. Burgemeester en wethouders zijn in deze kwestie zeer attent en bij het eerstvolgend plan tot stichting van een wijkgebouw zal een combinatie worden overwogen. De heer VERMEULEN zegt dat de voorzitter de afdeling voor de subsidies op de vingers heeft willen tikken. De VOORZITTER onderbreekt de heer Vermeulen met de opmerking, dat dit juist niet zijn bedoeling was. De heer ZIJTREGTOP merkt op dat hij geen lid is van de afdeling voor de subsidies. De VOORZITTER zegt dat hij zich inderdaad heeft vergist. De heer ZIJTREGTOP vervolgt dat hij inderdaad het voorstel van burgemeester en wethouders goed gelezen heeft en dat hem gebleken was dat burgemeester en wethouders in deze richting streefden, doch het was zijn bedoeling adhesie aan dit streven te betuigen. De heer QUADEKKER is verbaasd over de mededeling van wethouder Van Boxtel nl. dat de rijksgoedkeuring op het bouwplan reeds is ver leend en dat het object de goedkeuring van de geneeskundig inspecteur van de volksgezondheid in Noord-Brabant heeft verkregen en dat daarom maar tot het verlenen van de garantie moet worden overgegaan. Spreker vraagt zich af waarom het dan toch niet nuttig is om te komen tot geldbesparing voor de gemeente. De heer VAN HOUTEN meent geen antwoord gekregen te hebben van de wethouder op zijn vraag betreffende de samenwerking door de kruisverenigingen. Spreker vraagt zich af of in dit geval de mogelijkheid tot samenwerking wel bekeken is, omdat de wethouder voor de toekomst het samen gebruiken van wijkgebouwen door de kruisverenigingen efficient acht. Indien er overeenstemming bij de kruisverenigingen is zullen vele bezwaren weg vallen. Tenslotte, zo zegt hij, heeft de wethouder gesproken over een confessio-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 530