534 11 NOVEMBER 1959 kan onderbrengen. In verband met de huuropzegging is onderbrenging per 1 januari a.s echter noodzakelijk. Omtrent de tijd die nodig geoordeeld wordt voor de bouw van een nieuwe hal, merkt spreker op dat hij noch een bouw-, noch een weer- deskundige is. De weersomstandigheden in deze winter spelen in deze tijdsduur een voorname rol. Het is vanzelfsprekend dat er met de meest mogelijke spoed gebouwd zal worden. De lof, welke de heer Van Bijnen aan burgemeester en wethouders heeft toegezwaaid, zal hij gaarne endosseren aan het bestuur van de werkplaats „Zonneschijn". De heer Van de Noort wil hij opmerken dat van de stichting „Zonne schijn" alleen verwacht mag worden dat zij onder normale omstandig heden de bouw van de hal tot stand zal brengen. De heer Van Houten heeft gesproken over verdonkeremanen in de Industrie N.V. Spreker merkt echter op dat de reële situatie in Breda zo is, dat de Industrie N.V. beschikt over bouwrijpe grond, gelegen in de Krogten, die goed bereikbaar is. De medewerking van de Industrie N.V. moet niet verder gezien worden dan de bereidheid van de N.V. om grond aar de stichting te verkopen. Vermoedelijk bouwt de stichting zelf. Zij zal daarvoor zelf financieringsmiddelen onder garantie van de gemeente aantrekken. Indien voor de ontwikkeling van de werkplaats rekening wordt gehouden met 175 man, dan is daarbij niet inbegrepen een streekfunctie voor deze werkplaats. Spreker is van oordeel, dat men bij het bepalen van een streekfunctie voor de werkplaats zeer voorzichtig moet zijn omdat een dergelijke werkgelegenheid ook reeds in Oosterhout en Roosendaal is gevestigd. Of er onmiskenbaar een streekfunctie is, is thans nog niet te bezien. De uitbreiding van de hal blijft in ieder geval mogelijk. Er is hiermede bij het treffen van voorzieningen rekening gehouden- Mevrouw Van Mierlo moet spreker mededelen, dat hij het juiste cijfer niet in zijn hoofd heeft. Hij weet echter pertinent dat het besproken aantal momenteel zeer minimaal is. Hij meent dat thans 2 personen niet geplaatst kunnen worden en spreker gelooft dat dit aantal ook wel eens 28 is geweest. Doch dit zal voorbij zijn als de nieuwe industriehal is gebouwd. De heer Vis, zo zegt spreker, heeft gevraagd of het juist is een industriehal te bouwen. Inderdaad doen verschillende meningen opgeld. Bij het overleg dat hierover gepleegd is met de stichting „Zonneschijn" is gebleken dat een industriehal grote voordelen biedt. Bovendien is spreker van oordeel, dat de op de werkplaats tewerkgestelden zoveel mogelijk in een industriële omgeving moeten worden gebracht. Deze omgeving is er of nog beter zal er komen in de Krogten. Vervolgens is de heer Vis van mening dat de zinsnede in het voorstel van burgemeester en wethouders dat de garantie door de nieuwbouw wordt verzwaard niet juist is, omdat de investering per tewerkgestelde kleiner wordt. Spreker deelt echter mede, dat de zinsnede in het voorstel doelt op de grootte van de garantie door de gemeente. Inderdaad zal bij een groter aantal mensen de investering per tewerkgestelde kleiner worden en daardoor een acceptabele garantie verkregen worden. De heer Vis kan uit de ter visie gelegde cijfers de conclusie trekken dat de financiële gang van zaken op de werkplaats gezond te noemen is. De uitgezochte plaats van vestiging valt mee. De meeste tewerkgestelden gaan op normale wijze naar hun werk. Sommigen gaan met de bus. Er bestaat een door de werkplaats georganiseerde ophaaldienst, die goed functioneert. Er zijn nimmer klachten over deze materie ontvangen. Spreker zegt, dat de heer Vis een nieuw gezichtspunt in de zaak naar voren heeft gebracht bij zijn verzoek om het bestuur van de werk plaats uit te breiden. Spreker is bereid dat met het stichtingsbestuur te bespreken. Een toezegging kan hij niet doen. De heer Rattink heeft tenslotte de financiering ter sprake gebracht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 534