538 11 NOVEMBER 1959 De VOORZITTER bevestigt dit. Hierna wordt overeenkomstig dit voorstel besloten. 28a t/m m. Aankopen. 28j. De heer RATTINK zegt dat bij dit voorstel aan de raad krediet wordt gevraagd voor een pand, dat publiek is geveild. Spreker heeft echter het idee dat het pand reeds door burgemeester en wethouders is gekocht, waarvoor dus tot op dit ogenblik nog geen krediet beschikbaar was. Hij is ervan overtuigd dat burgemeester en wethouders de mogelijk heid moeten hebben om snel te kunnen handelen en stelt voor daarvoor een modus te vinden in de vorm van een algemeen machtigingsbesluit van de raad tot een bepaald bedrag. De heer QUADEKKER betuigt gaarne adhesie aan het voorstel van de heer Rattink. Wethouder JONGBLOED zegt dat openbare werken aan burgemeester en wethouders bij een publieke veiling machtiging vragen tot welk bedrag mag worden gegaan. Nadat burgemeester en wethouders deze machtiging hebben gegeven, is er iemand op de veiling, die afmijnt. De verkoper houdt het bod weieens op, omdat hij voor het geboden bedrag het pand niet wil verkopen. Spreker ziet geen kans de raad bij deze soort aankopen in te schakelen, omdat de termijn dan voorbij is. Bovendien moet een dergelijk raadsbesluit in het openbaar worden genomen. Hieruit blijkt dan dat de gemeente liefhebber is vóór de verkoop. Dit zal ongetwijfeld de prijs beïnvloeden. Bovendien, zo zegt hij, betreft het kopen op publieke veilingen nimmer belangrijke of grote panden. Spreker meent dat de raad aan burgemeester en wethouders het vertrouwen moet schenken, dat zij op de veiling „mijn" mogen roepen. De heer RATTINK heeft volkomen begrip voor de methode van werken door burgemeester en wethouders. Toch acht hij het beter dat er een machtigingsbesluit voor burgemeester en wethouders door de raad wordt genomen. Spreker vindt deze goedkeuring door de raad achteraf niet juist. De heer DRION kan niet met de heer Rattink medegaan. Hij is van oordeel dat men voor deze soort aankopen aan burgemeester en wethou ders een stilzwijgende machtiging heeft gegeven, omdat het nu eenmaal niet anders kan. Zonder dat burgemeester en wethouders zulks vermoeden kan men plotseling op een publieke veiling een pand kopen, waarbij de gemeente belang kan hebben. Naar de mening van spreker is dan de termijn te kort om de raad in te schakelen en burgemeester en wethouders han delen dan zo, wat redelijkerwijze van hen verwacht kan worden. Hij is geen voorstander van het nemen van een machtigingsbesluit. Vooral de hoogte van het bedrag kan naar zijn inzicht niet bepaald worden. Hij kan zich voorstellen dat een aankoop van ƒ250.000,— zich voordoet op een veiling. Hij is echter geen voorstander van het geven van een machti ging tot een dergelijk hoog bedrag. Spreker is van mening dat de raad een gezond cog moet hebben voor de omstandigheden waarin burgemeester en wethouders bij openbare vei lingen komen te verkeren. Hij noemt het onderhavige voorstel van burge meester en wethouders redelijk en heeft daartegen geen bezwaren. Mevrouw VAN MIERLO kan zich met het door de heer Drion gestelde volkomen verenigen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 538