540
11 NOVEMBER 1959
38. Verstrekking le hypotheek ad ƒ18.000,
De heer VAN GISBERGEN zegt, dat ofschoon hij niet tegen het ver
strekken van deze hypotheek zal stemmen, de consequenties van dit voor
stel niet te overzien zijn. De woonsituatie voor deze ambtenaar van de
gemeente kan erg zijn, doch dit is bij zovele inwoners van Breda. Spreker
deelt mede, dat hij een volgende maal zijn stem niet aan een dergelijk
voorstel van burgemeester en wethouders zal kunnen geven.
De VOORZITTER merkt op dat dit niet de eerste keer is dat een
dergelijk voorstel aan de raad wordt gedaan. Het zijn echter incidentele
gevallen, die aan de raad worden voorgelegd, die telkenmale door de
raad kunnen worden beoordeeld.
De heer VAN DEN EEDEN is van mening dat de heer Van Gisbergen
de zaak verkeerd beoordeelt. Het betreft hier geen inwoner van Breda,
doch een van de werknemers van de gemeente. De werkgever i.e. de
gemeente wil iets voor zijn werknemer doen.
De heer VAN GISBERGEN zegt, dat dit voorstel reeds een consequentie
is voortvloeiend uit een reeds eerder genomen besluit. Spreker geeft de heer
Van den Eeden toe dat een werkgever iets voor zijn werknemers mag
doen, doch de gemiddelde werkgever heeft niet zon groot aantal perso
neelsleden als de gemeente Breda en kan daardoor veel beter de conse
quenties overzien. Spreker blijft het onjuist achten.
Hierna wordt overeenkomstig het voor
stel besloten.
39. Antwoord op nota van aanmerkingen gemeentebegroting 1959 van
gedeputeerde staten.
40. Begrotingswijzigingen.
41. Eervol ontslag heren A. Barendregt, F. G. A. Korzilius en H. L.
Trossèl.
42. Voorstel benoeming leraren g.t.s., avondschool g.t.s. en o.b.a.o.-cursus.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt
besloten.
43. Verdeling in wijken en buurten.
De heer STOKKERMANS zegt, dat hij uit de bij dit voorstel behorende
tekening heeft gezien dat de binnenstad is aangeduid met 00 en met de
naam „City". Spreker heeft bezwaar tegen de naam „City". De binnen
stad van Breda is geen „City" in de moderne betekenis van het woord.
Bovendien vraagt hij waarom er persé een vreemd woord moet worden
gebruikt.
De heer VAN BIJNEN heeft bij een vorige herindeling van de ge
meente een stadsplan gekregen. Spreker meent dat thans ook weer nieuwe
kaarten zullen worden gedrukt en hij verzoekt de raadsleden ook een
exemplaar van de nieuwe indeling te verstrekken.
De VOORZITTER zegt, dat men inderdaad van mening kan verschil
len over de betekenis van het woord „City". Men zou het woord centrum