4 FEBRUARI 1959 49 leend voor het bouwen van industriehallen, waarvan het risico voor de gemeente 100% bedroeg en dat thans dit risico slechts 90% is. Doch spreker is van oordeel, dat het zo simpel niet gesteld kan worden. Wan neer de verwachtingen van de te vestigen N.V. tegenvallen, dan blijven de verplichtingen van de gemeente voor het benzinestation bestaan en kan de hal hierdoor wellicht niet meer voor een andere industrie gebruikt worden. Spreker noemt dit de reden, dat hij zijn stem niet aan het voo stel kan geven. Tenslotte wil hij, in verband met het aantrekken van industrieën in afwijking van het gebruikte spreekwoord van de schapen een ander spreekwoord stellen nl.: „Een goed begin is het halve werk". Indien de financiële ondergrond van aan te trekken industrie goed is, dan is spreker bereid burgemeester en wethouders ver tegemoet te komen, doch in het thans voorliggende niet. De VOORZITTER gelooft, dat hij voorop kan stellen, dat het naar voren gebrachte „schaap" door de raad wordt gezien als „het zwarte schaap". De raad, zo is hij van mening, wil bovendien een schaap met 5 poten. Burgemeester en wethouders zijn er echter van overtuigd, dat een schaap met 4 poten het beste is. Spreker wil de raad echter in overweging geven eens te informeren wat de gemeenten Nijmegen en 's-Hertogenbosch doen inzake de financiering bij industrievestiging en tevens brengt hij in herinnering hetgeen de gemeente Tilburg voornemens is te gaan doen in deze. De heer Van Bijnen heeft gezegd, dat de gemeente de bouw van de hal voor 90% gaat financieren. Men moet dit echter in de totale financiering zien en dan komt men tot de verhouding 45 gemeente en voor 55 door anderen. Deze hebben echter het grootste risico, omdat de gemeente te allen tijde de beschikking over de hal houdt. Daarom doet het niet ter zake of de vordering van de Bank preferent is boven die van de Olie maatschappij. Spreker vindt het vanzelfsprekend dat de Bank zijn vordering zeker stelt. De heer Kramers heeft gesproken over de moeilijkheid, dat de gemeente zou moeten verhuren aan de Oliemaatschappij indien er met de N.V. Vomati iets scheef zou gaan, omdat deze reeds voor 20 jaar de huur van het benzinestation vooruit heeft betaald. Spreker is van mening, dat dit niet strookt met zaken doen. Indien de Oliemaatschappij zijn recht bij de gemeente zou willen claimen, dan kan er niet gesteld worden, dat de gemeente geen huur zou mogen bedingen voor het benzine station. De verhouding benzinemaatschappij tot de N.V. Vomati gaat buiten de gemeente om. In verband met de door de heer Vermeulen gemaakte opmerking dat men niet iedere industrie naar Breda moet halen, doch dat men moet selecteren, zou spreker toch willen stellen, dat men in het huidige stadium niet te kieskeurig moet zijn. In het verleden heeft de gemeente op gelijksoortige wijze een paar industrieën geholpen en spreker kan verklaren, dat de gemeente hiervan geen spijt behoeft te hebben. Hij is en blijft van mening, dat de gemeente Breda dit gokje gerust kan wagen. Of de N.V. Vomati getracht heeft zich in de gemeente Tilburg te vestigen weet spreker niet. De heer Van Boxtel heeft gesproken over de circulaire van de minister van 1953 over de industrialisatie. Deze circulaire handelde over de in rekening te brengen grondprijzen door de gemeenten. Spreker is van mening, dat de wijze van handelen door de gemeente in deze kwestie terecht door de minister is gecoupeerd. Het is reeds erg genoeg, dat de gemeente Breda door bijzondere omstandigheden met de grondprijzen niet kan concurreren met in de omgeving liggende gemeenten. De heer Zijtregtop, zo zegt spreker, schijnt hem niet begrepen te hebben. In zijn antwoord in le instantie heeft hij uitdrukkelijk gesteld, dat aan de cijfers van de accountant geen waarde mag worden gehecht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 49