16 DECEMBER 1959 549 leidinggevende arbeid mede vorm en gestalte geven. De kansen van de bestuurder immers worden grotendeels bepaald door de standvastigheid en deskundigheid van de hoofden van dienst en hun ambtelijk apparaat. Bestuur en hoofden van dienst vormen een hechte eenheid, zoals het zeil en de mast van een schip. De spanning, welke de windkracht van het leven tussen hen beide te weeg brengt, geeft het schip vaart. Deze noodzakelijke, maar van het leven getuigende spanningen te zien en op te vangen zie ik als een wezenlijke taak van een goed bestuurder. Dames en heren, Het geestelijk, maatschappelijk, economisch en industrieel stramien, de sociale infrastructuur van Breda, is van een veelzijdigheid, die haar rijk dom vindt zowel in een groot historisch verleden, als in de dynamische groeikracht van het heden. Staande op de drempel van mijn ambtsvervulling ben ik mij bewust van de zware verantwoordelijkheid, die mij hier wacht, nl. mede gestalte te geven aan al hetgeen hier leeft en van node is. Zoals de moderne architectuur terecht iedere vorm afwijst, die niet door de constructie of werkelijke functie wordt bepaald, zo staat ook het stadsbestuur in de rol van architect voor eenzelfde taak met betrekking tot de constructies en functies in het stedelijk gemeenschapsleven. Moge het het stadsbestuur ook in de toekomst gegeven zijn strakke, nobele en stoere lijnen te vinden in zijn arbeid voor de verdere geestelijke en materiële ontwikkeling van stad en streek. Dit houdt in, dat alleen goede en daar versta ik onder intercom munale en regionale samenwerking, zoals die in deze streek reeds zo voortreffelijk aanwezig is in de diverse burgemeesterlijke contacten - tot een wel gecoördineerde welvaartspolitiek en industrialisatie kan leiden. Ik twijfel er niet aan, dat het stadsbestuur van Breda in nauwe samen werking met de bestuurlijke, industriële en commerciële personaliteiten en instellingen van stad, streek, provincie en rijk er in zullen slagen op dit terrein resultaten te boeken. Ook in het cultureel-maatschappelijk verenigingsleven zie ik een machtig middel voor een burgemeester om persoonlijk contact te leggen en te onderhouden met hetgeen er aan ideeën, wensen en belangen onder de bevolking leeft. Ik moge U de verzekering geven, dat ik niet zal nalaten, waar enigszins mogelijk, ook deze mij dierbare weg naar mijn stadgenoten te zoeken en in te slaan. Dames en heren, Aan het einde van mijn toespraak zou ik li willen zeggen: Welk een voorrecht is het voor li en mij, bestuurders en dienaren der gemeenschap, in onze arbeid dagelijks en van nabij geconfronteerd te worden met de gehele moderne levensrealiteit, met al zijn blijde en droeve gebeurtenissen, met voorspoed en ellende, met licht en schaduw. Daaraan onze kwaliteiten en krachten te mogen schenken, daarop onze wil en ons streven te mogen richten en boven eigen beroep of bedrijfs uitoefening uit ingeschakeld te zijn in een overzichtelijk geheel, in een levens- en werkmilieu van plaatselijk algemeen belang, is en blijve voor ieder van ons individueel en gezamenlijk steeds een verheven roeping en een bron van waarachtige vreugde en voldoening. Maar te zelfder tijd moeten wij erkennen, dat in het licht van dit machtige, boeiende ,,idée d'oeuvre", dat Breda heet en dat een appèl op ons doet, de geestelijke en materiële middelen, waarover wij beschikken, nog zo weinig adaequaat zijn aan de uitgebreidheid van onze plichten, aan de vele taken, die te vervullen en de vele noden, die te leniqen zijn. Maar dit beloof ik U: Ik wil trachten in liefde en gehechtheid voor deze stad bij geen recht-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 549