16 DECEMBER 1959
557
50. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het garanderen van
een geldlening voor de bouw en inrichting van een werkplaats voor
minder-validen. (Bijlagen 1959, no. 651).
Tegenwoordig: MEVR. TH. M. M. DE BONTE-DE MUNNIK, mevr.
M. W. B. A. VAN MIERLO-MUTSAERS, mej. D. M. J. t'SAS en de
heren A. C. BASTIAANSEN, mr. K. A. M. BASTIAANSEN, H. BIE-
MANS, W. C. A. M. VAN BOXTEL, H. BROEDERS, J. M. VAN
BIJNEN, G. CAMPHENS, P. J. VAN CAULIL, H. J. C. COSIJN,
C. A. VAN DUIJL, N. W. C. VAN GISBERGEN, J. J. J. HILTE,
K. VAN HOUTEN, G. F. HULSKRAMER, J. J. KAMPHUYS, D. J. A.
KRAMERS, A. KROON, F. J. MELZER, A. MENDES, J. A. MEIJS,
G. MINDERHOUD, F. H. M. MOL, P. F. C. NIEUWLAAT, F. P.
VAN DE NOORT, J. H. M. QUADEKKER, A. J. A. RATTINK, H. F.
W. STOKKERMANS, H. VAN TOLEDO, J. F. V. VERMEULEN.
J. VERSCHUREN, drs. P. VIS, F. VAN WERKHOOVEN en drs.
N. H. ZIJTREGTOP.
Afwezig: de heren wethouder A. JONGBLOED, mr. B. W. M. DRION
en C. VAN DEN EEDEN.
Voorzitter: de heer J. A. MEIJS, loco-burgemeester.
Secretaris: de heer mr. PH. I. E. VAN WOENSEL.
De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit,
waarvan de tekst is opgenomen in artikel 10 van het reglement van orde
voor de vergaderingen van de gemeenteraad.
Bericht van verhindering is binnengekomen van: de heren wethouder
A. JONGBLOED, mr. B. W. M. DRION en C. VAN DEN EEDEN.
Hierna wordt overgegaan tot behandeling van de agenda.
1. Notulen.
Mevrouw VAN MIERLO wenst de derde zin van hetgeen als door
haar gezegd op bldz. 444 is weergegeven als volgt te zien gewijzigd:
„In Duitsland bestaat in verschillende gemeenten een Schulkarte, een
vorm van persoonsbewijs, aan de hand waarvan een leeftijdscontrole kan
worden gehouden. In sommige plaatsen is een bewijs van de ouders nodig,
waaruit blijkt dat deze toestemming geven dat hun kind naar de bioscoop
gaat. De controle daarop is zeer streng."
De heer VERMEULEN wil meer in het algemeen een opmerking
over de notulen maken. Het is n.l. dikwijls heel moeilijk terug te lezen
wat men in feite heeft gezegd. Spreker begrijpt wel dat het soms moeilijk
is de letterlijke strekking weer te geven, maar in sommige gevallen geven
de notulen het tegendeel weer. Spreker zou burgemeester en wethouders
in overweging willen geven eens te onderzoeken of de notulen op een
andere wijze kunnen worden samengesteld. Het is wel bezwaarlijk telkens
een opsomming te geven van eventuele aanmerkingen.
De VOORZITTER wil gaarne bezien of aan de bezwaren van de
heer Vermeulen op enigerlei wijze kan worden tegemoetgekomen. Iedere
methode heeft wel zijn eigen bezwaren. Een woordelijke weergave van
de gesproken tekst is erg omslachtig. In ieder geval zal dit probleem
nog eens worden bezien.
De heer STOKKERMANS meent dat in de tekst op bldz. 380 niet