564 16 DECEMBER 1959 Als aan de naar voren gebrachte bezwaren kan worden tegemoetgekomen zal t.z.t. een nieuw voorstel volgen. Het bedrag van 1,50 voor losse exemplaren van de notulen van de raad ligt beneden de kostprijs, met 2,50 is deze gedekt. Spreker verwacht in de praktijk meer vraag naar jaarabonnementen dan naar enkele exem plaren. Dit neemt niet weg dat met een dergelijke vraag rekening moet worden gehouden en daarom moet een prijs worden gesteld die redelijk is te achten. Het voorstel van de heer Hulskramer om de tarieven voor huwelijksvol trekking niet te wijzigen kan spreker niet overnemen. Er is trouwens steeds meer belangstelling voor le klasse huwelijken. Dit streven behoeft niet te worden belemmerd. De heer QUADEKKER verzoekt in stemming te brengen artikel 17, als volgt geamendeerd: le klasse huwelijken ƒ100,—, 2e klasse ƒ40,—, 3e klasse ƒ30,—, 4e klasse 10,—. De heer MINDERHOUD meende dat een amendement op de tijden zou worden voorgesteld. De VOORZITTER zegt dat is toegezegd dat dit punt zal worden bezien. Het voorstel van de heer QUADEKKER blijkt onvoldoende te worden gesteund om in stemming te kunnen worden gebracht. Overeenkomstig het voorstel van burge meester en wethouders wordt besloten. 5. Verordening op het houden van kettinghonden. De VOORZITTER deelt mede dat in de afdeling voor juridische zaken slechts een der leden aanwezig was. Dit lid kan zich niet met het voorstel van burgemeester en wethouders verenigen. De heer MENDES kan in het preadvies geen aanleiding vinden om burgemeester en wethouders te volgen in hun standpunt. De argumentatie is onvoldoende en niet ter zake doende. Ook al was er geen enkele kettinghond dan nog zouden er redenen van preventie zijn om een verbod tot het houden daarvan vast te stellen. In de afdeling is medegedeeld dat tegen een dergelijk verbod staatsrechtelijk-juridische bezwaren bestaan. Spreker heeft toen aanleiding gevonden zijn standpunt in beraad te houden. Hij verzoekt de bezwaren van burgemeester en wethouders tegen het verbod van kettinghonden aan de raad mede te delen. Misschien kan dit leiden tot het aanhouden van dit voorstel teneinde dit opnieuw te behan delen en dan in een voltallige vergadering van de afdeling voor juridische aangelegenheden. De heer VAN WERKHOOVEN gaat niet akkoord met het voorstel. Het aantal kettinghonden speelt geen rol. Overigens mag worden aan genomen dat het aantal van 15 niet juist is; dit is misschien het geregistreerde aantal, maar er zijn er zonder twijfel veel en veel meer. De heer MINDERHOUD acht het onjuist te spreken van een „verwaar loosbaar" aantal kettinghonden. Het gaat er trouwens om de mensen meer liefde voor de dieren bij te brengen. Spreker is jaren van nabij getuige geweest van het houden van een kettinghond, waardoor dit onderwerp

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 564