568 16 DECEMBER 1959 zaken komen te liggen. Laat men desnoods nu reeds een besluit over verhuur of verkoop nemen; deze aangelegenheid moet toch op gang komen. Breda heeft op zich aan deze gronden geen behoefte. De heer VAN HOUTEN is in het geheel geen voorstander van een regionaal woonwagenkamp. Hij is het eens met de heer Vermeulen. Het is niet bekend of de plannen doorgang zullen vinden. Naar sprekers mening behoeft met de onteigening geen haast te worden gemaakt. Men moet eerst met de voorbereiding van de stichting van het kamp gereed zien te komen. De VOORZITTER antwoordt dat er nog geen sprake is van het doen van investeringen. Met het voorgestelde besluit wordt slechts een eerste stap voor de aankoop van de nodige gronden gedaan. De aankoop zelf komt ook in de raad. Ook al zou er geen regionaal kamp komen dan zouden nog voorzieningen nodig zijn aan het bestaande kamp om dit aan redelijke eisen te laten voldoen. De heer VERMEULEN geeft toe dat de voorzitter formeel gelijk heeft. Er wordt nu nog niets geïnvesteerd. Het zou echter toch een vreemde situatie zijn als de raad nu de procedure wel zou aanvaarden en toch t.z.t. geen gelden beschikbaar zou stellen. De VOORZITTER ziet de plicht tot kopen van eventueel niet nodige grond niet. Men moet nu echter rekening houden met de tijdsduur van een onteigeningsprocedure en daarom is dit besluit noodzakelijk. De heer VAN HOUTEN handhaaft zijn bezwaren op grond van het feit dat de totstandkoming van het regionale kamp nog steeds onzeker is. De VOORZITTER acht dit een miskenning van de bevoegdheden van de raad. De nu te nemen beslissing is steeds aan de mogelijkheid van wijziging onderworpen. Overeenkomstig het voorstel wordt be sloten. 8. Onteigening Zwaanstraat en Boschstraat. 9. Onteigening Oranjeboomstraat. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 10. Brief van het Comité „Behoud Binnenstad". De heer STOKKERMANS heeft uit het preadvies vernomen dat het plan binnenstad rechtskracht heeft verkregen. Twee maanden geleden deelde wethouder Jongbloed mede dat het beroepschrift van de bond Heemschut nog hangende was bij de Kroon. Moet de huidige stand van zaken niet aan het comité worden medegedeeld? De VOORZITTER kan, dit in afwijking van de mededeling van wethouder Jongbloed, bevestigen dat het plan rechtskracht heeft. Re- questrant is geen belanghebbende en wordt als zodanig niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep. De heer STOKKERMANS meende dat de bond Heemschut op grond van de jurisprudentie wèl als belanghebbende mag worden beschouwd. Haar beroep zal dan ook zeker niet zonder meer worden afgewezen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 568