16 DECEMBER 1959
571
is gesteld. Bij de begrotingsbehandeling is de aandacht gevraagd voor het
wegdek van de van Goorstraat. Iedereen was het eigenlijk wel eens met
een plan tot reconstructie dat zo snel mogelijk zou moeten worden uit
gevoerd. Het gaat nu om uitbreiding van het bestratingsplan 1959, dat
reeds was aangenomen. Het is dan ook niet juist de dienst van open
bare werken nu het rooien der bomen te verwijten.
De heer KAMPHUYS is het niet eens met de heer Nieuwlaat. Uit
het voorstel blijkt dat de afdeling voor openbare werken met het voor
stel akkoord gaat. Het lijkt nodig een juiste taakomschrijving voor deze
afdeling te maken. Het is niet juist dat zij zich uitspreekt over een zaak
die niet de hare is.
De heer MELZER zal gaarne kennis nemen van de tekst van de
bewuste brief aan de directeur van openbare werken.
De VOORZITTER heeft vanzelfsprekend nota genomen van de op
merkingen van de heer Kroon. Als de afdeling voor beplantingen steeds
is gehoord over het rooien van bomen dan geldt dit toch uitsluitend voor
plannen, waarbij ook alleen het rooien van bomen aan de orde is. Het
is wel vriendelijk van de heer Nieuwlaat te trachten de schuld van open
bare werken af te schuiven, maar hier is toch inderdaad te voortvarend
gewerkt. Het verzoek van de heer Melzer kan spreker niet inwilligen.
Overeenkomstig het voorstel wordt be
sloten.
15. Overdracht rijkswegen in voormalig Princenhage.
.De heer ZIJTREGTOP acht het een vreemde procedure dat de gemeente
eerst de weg van een ander moet onderhouden en verbeteren en deze
eerst daarna kan kopen. Het komt hem voor dat een omgekeerde volg
orde de juiste zou zijn.
De VOORZITTER neemt aan dat de heer Zijtregtop het voorstel niet
geheel heeft gelezen. Daarin is duidelijk gesteld dat deze procedure beslist
moet worden gevolgd om tot overdracht van deze rijkswegen te komen.
Na langdurige onderhandelingen is nu een gunstige oplossing in zicht.
Dit is vooral verheugend voor de bewoners van panden langs deze rijks
wegen, omdat rijkswaterstaat allerminst soepel is met het toestaan van
vergunningen voor uitweg e.d.. De gemeente zal zeker meer met bepaalde
zakelijke belangen rekening houden.
Overeenkomstig het voorstel wordt be
sloten.
16. Rekening 1958 Burgerlijke Instelling Maatschappelijke Zorg.
De VOORZITTER stelt voor in de commissie te benoemen de leden
Zijtregtop, Vis en Melzer.
De heer VERMEULEN zou willen voorstellen het onderhavige stuk te
verwijzen naar de vaste afdeling voor het onderzoek van de gemeente
rekening. Aldus wordt ook voor deze taak de nodige continuïteit gewaar
borgd.
De heer QUADEKKER wijst er op dat een der leden van het vorig
jaar aanblijft en dat de twee andere rouleren. Aldus is er toch wel
sprake van een zekere continuïteit.