578
16 DECEMBER 1959
verkeert dus in feite in een slechtere positie. De toepassing van de
verkorte procedure is een middel met vervelende aspecten voor de betrok
kenen zoals executie en loonbeslag. Executie leidt al evenzeer tot een
vlucht van de schulden naar elders. Het is dan ook alleen maar toe te
juichen dat de gemeente nog over het middel van afsluiting van gas en
elektriciteit beschikt, al wil spreker benadrukken, dat het middel uiterst
consciëntieus moet worden toegepast. Het gaat niet om de mensen, die
niet betalen kunnen; deze kunnen zich wenden tot de burgerlijke instelling
voor maatschappelijke zorg. De afsluiting dient slechts te worden toegepast
bij hen die niet willen betalen.
De heer VAN BIJNEN kan hetgeen de heer Broeders heeft gezegd
wel onderschrijven. Hij is het in het algemeen met het voorstel eens, maar
zal eerst zijn standpunt kunnen bepalen nadat duidelijk is gemaakt dat de
gemeente inderdaad tot het nemen van dit besluit is gerechtigd.
Mevr. DE BONTE is het eens met hetgeen Mevrouw Van Mierlo heeft
gezegd. Afsnijden van de gas- en elektriciteitsvoorziening is een maatregel,
die het gehele gezin treft. Dit is iets wat niet meer in deze tijd past.
De heer VAN DE NOORT heeft de kritiek over de verordening
gehoord, waarbij is gesproken over machtsmisbruik en verkeerde toepas
sing van de wet. Spreker acht de voorgestelde maatregel redelijk, mits
deze op soepele wijze wordt toegepast.
De heer VAN HOUTEN wijst er op dat de huurovereenkomst een zaak
is van privaatrechtelijke aard. De levering van gas en elektriciteit berust
op het publieke recbt. Burgemeester en wethouders willen deze zaken
nu koppelen. Het lijkt spreker niet wel mogelijk dit te doen. Spreker zal
zijn standpunt bepalen als hij een afdoend antwoord op de gestelde vragen
heeft vernomen.
De heer MINDERHOUD is van mening dat als iemand iets huurt of
koopt hij ook dient te betalen. Sinds 1951 heeft de gemeente afsluiting bij
wanbetaling toegepast en wil dit nu in een verordening vastleggen. De
gemeente heeft de plicht er voor zorg te dragen dat de aan haar ver
schuldigde gelden binnenkomen. Spreker weet niet of dit juridisch juist
op de voorgestelde wijze is te regelen. Is dit het geval dan zal hij zijn
steun aan het voorstel geven.
Wethouder VAN BOXTEL heeft met belangstelling de verschillende
pro en contra's ten aanzien van het voorstel gehoord. De materie is
bekend en het is erg moeilijk na deze uitgebreide discussie nog met gloed
nieuwe gezichtspunten naar voren te komen. Spreker ziet drie aspecten:
le het juridisch aspect, 2e het praktische aspect en 3e het sociale aspect.
Het is allereerst belangrijk er voor te waken dat deze zaak niet buiten
zijn proporties wordt getrokken. Waarom is dit voorstel ter tafel gebracht?
De oorsprong dateert van ongeveer twee jaar geleden toen Mevrouw Van
Mierlo bij de begrotingsbehandeling 1958 hierover opmerkingen heeft
gemaakt. Een bepaalde uitspraak van de raad werd niet gevraagd. Vrij
recent is nu een en ander in het bestuur van de burgerlijke instelling voor
maatschappelijke zorg ter sprake gebracht en er werd de wenselijkheid
uitgesproken tot klaarheid over deze zaak te komen.
Als dit nu behandeld wordt dan dient in het oog te worden gehouden
dat het niet ging over de stelling dat deze maatregel niet meer tolerabel
zou zijn. Sommige sprekers hebben de indruk van het tegendeel gewekt.
Sedert 1951 werd dit beleid gevoerd en aanmerkingen werden praktisch