16 DECEMBER 1959
579
niet gemaakt; spreker wil hieraan overigens geen argument voor het voor
stel ontlenen.
Als het gaat om de juridische kant van de zaak dan moet het spreker
van het hart dat burgemeester en wethouders in deze volledig op het
kompas der juristen drijven. Het argument van geen jurist te zijn is
zwak als men zich niet op een juridisch advies kan beroepen. Een dergelijk
advies heeft het voordeel dat men rustig diametraal van mening kan
verschillen. Dagelijks kan men via de pers kennis nemen van het spel
om de rechtsinterpretatie. Men moet dit dan ook eveneens in het oog
houden bij zijn oordeel over deze zaak. Het is dan ook goed mogelijk dat
er juristen zijn die de onderhavige maatregel ongeoorloofd achten. Burge
meester en wethouders daarentegen baseren zich op een andersluidend
juridisch advies, waarvan verwacht wordt dat dit ten volle houdbaar is.
Het voorgedragen besluit is dan ook op weloverwogen wijze tot stand
gekomen. Het is anderzijds geen oneervolle zaak een procedure over dit
onderwerp te verliezen. De conclusie van de adviserende juristen is
geweest, met inachtneming van de monopolie-positie der gemeente als
leverancier van gas en elektriciteit, dat hier geen sprake is van een niet
oirbare vorm van machtsmisbruik. Spreker wenst zich aan deze conclusie
te houden. Er is verschillende malen gezegd dat de gemeente op voet
van gelijkheid in vergelijking met particuliere huiseigenaren moet handelen.
Daarin zit veel waars. Praktische overwegingen leiden tot de conclusie
dat de gemeente in feite een andere positie in deze inneemt. De gemeente
krijgt nu eenmaal risico's toegeschoven, die de particuliere verhuurder
niet behoeft te verwachten. Er is gesteld dat het legaliseren van de onder
havige maatregel niet kan leiden tot de oplossing van vraagstukken die
buiten de huurschuld liggen. Het gaat hier echter om de gevallen van
kwade trouw. De gemeente kan daarbij het middel van uitzetten niet
hanteren, daar zij dan de moeilijkheid weer onmiddellijk op eigen schouders
laadt. Zij moet toch weer woonruimte beschikbaar stellen. Er is gewezen
op de civiele procedure ter invordering van de huurschuld. Effect van
deze maatregel is naar sprekers mening niet te verwachten.
Een der leden heeft gesteld; „dit is geen maatregel meer van deze
tijd". Mevrouw Van Mierlo sprak in dit verband van opvoeding tot
betere budgettering. Dit is een probleem waarmede veel tijd is gemoeid,
nog afgezien van de vraag of dit middel zal slagen.
De heer Vermeulen heeft sterk het accent gelegd op vermeend machts
misbruik bij het vaststellen van de onderhavige verordening, uitgaande
van het onderscheid tussen de publiekrechtelijke en de privaatrechtelijke
bevoegdheden van de gemeente. In dit verband wees een der sprekers
op de taak van de wethouders, uitgaande van de letterlijke betekenis van
het woord. Spreker wijst er op dat wet en recht geen identieke begrippen
zijn. De wethouders zijn geen rechthouders!
Met betrekking tot het inschakelen van de burgerlijke instelling voor
maatschappelijke zorg merkt spreker op dat er zeker wel gevallen van
huurschuldsanering voorkomen maar het aantal daarvan, gelet op het
totaal, is van dermate geringe betekenis, dat daaraan kwalijk een
argument tegen het preadvies kan worden ontleend.
De heer Vermeulen heeft reeds bij voorbaat medegedeeld dat even
tuele cijfers hem niet veel zeggen. Spreker zeggen deze cijfers wel veel.
Zou er geen debat over deze kwestie zijn gehouden dan zou er vermoede
lijk niets gebeurd zijn en was de situatie dezelfde gebleven. De alarmklok
werd echter geluid en het is op instigatie van de raad geweest dat
naar een weg is gezocht om de bestaande toestand te legaliseren. Er
was de keuze tussen twee mogelijkheden: óf de huurcontracten wijzigen óf
de verordeningen voor levering van gas en elektriciteit. Het is een
nuance-verschil en de voorkeur is gegeven aan een aanpassing dezer laatste
verordeningen.