4 FEBRUARI 1959
53
geen consequenties vastzitten voor gemeentelijke bemoeiing met de huis
vesting nadat de woningnood niet meer bestaat.
Wethouder ROMSOM zegt, dat de verordening dan weer zal worden
gewijzigd.
Hierna wordt overeenkomstig het gewij
zigde voorstel besloten.
26. Vaststelling bedrag per leerling ingevolge artikel 34, lid 4, besluit
b.lx>. en voorschotverlening over 1959.
27. Herziening krediet bouw brug over de Mark in de Krogten.
28. Eervol ontslag aan P. G. van Dongen.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt
besloten.
29. Wijziging verordening vermakelijkheidsbelasting.
De heer VAN CAUL1L zegt:
Mijnheer de Voorzitter,
Als ik goed heb gelezen gaven hogere instanties hun goedkeuring niet
aan de door onze raad destijds vastgestelde verordening, omdat daardoor
de gemeente een bedrag van 17.000,aan inkomsten zal derven. Gaarne
zou ik vernemen of genoemde instanties ons als gemeenteraad hebben
vrij gelaten in de keuze van het soort vermaak, dat niet of minder in
aanmerking zou komen voor belastingverlaging teneinde deze mindere
opbrengst van 17.000,— goed te maken.
In het voorstel stelt Uw college dat dansen een vermaak is zonder
meer en daarom het minst voor verlaging van het tarief in aanmerking
komt. Tenslotte zou ik gaarne willen weten of Uw college bij Uw over
weging, ook voldoende aandacht heeft geschonken aan het feit, dat aan
dit soort vermaak praktisch uitsluitend door jeugdige personen wordt deel
genomen en daarom juist deze groep het zwaarst wordt belast. Met alle
mogelijke middelen tracht men toch op onze oudere jeugd vat te krijgen
en waarvoor geen offers te zwaar wegen om te voorkomen, dat genoemde
jongelui door straten, pleinen en parken slenteren, met alle gevolgen
van dien.
Natuurlijk hebben de jeugdconcerten, speciale toneelvoorstellingen,
diverse tentoonstellingen, enz., in deze een toonaangevend karakter. Maar
ook het gedeelte van de jeugd, dat hierdoor kennelijk niet bereikt wordt,
verdient onze aandacht. Ja, heeft deze aandacht wellicht zelfs meer nodig.
Goede en nette dansgelegenheden kunnen m.i. hierbij helpen.
Daarom zal ik gaarne een nadere motivering van Uw advies afwachten.
De heer VAN HOUTEN heeft gezien, dat het oorspronkelijke voor
stel van burgemeester en wethouders gedeeltelijk gewijzigd is voor 2
categorieën. Dit doet hem onsympathiek aan en spreker vraagt of het
niet mogelijk is alle percentages te herzien.
De heer VERMEULEN heeft zich afgevraagd hoe burgemeester en
wethouders tot het bedrag van 17.000,— zijn gekomen. Spreker is van
oordeel, dat men niet kan berekenen hoeveel inkomsten de gemeente min
der zal hebben door de voorgestelde wijzigingen.
De gehele gang van zaken, die inmiddels reeds 3 jaar heeft geduurd,
ergert spreker. De bemoeiing van boven af ressorteert uiteindelijk in een