582 16 DECEMBER 1959 bruik zien; zoiets kan spreker zich niet voorstellen. Het is vreemd, dat burgemeester en wethouders bij het voorstel inzake een verbod van kettinghonden in het geringe aantal kettinghonden een motief zagen om geen verordening vast te stellen. Nu weer wordt een gering aantal gevallen van wanbetaling geen motief geacht om niet tot vaststelling van een verordening over te gaan. Spreker verwacht van een stemming over het voorstel een fifty-fifty uitkomst, dan wel een kleine meerderheid van de voorstemmers. Daarom denkt spreker aan een moyenne. Men zou kunnen besluiten wanbetalers wel van stroom doch niet van gas af te sluiten. Bij afsluiting van stroom spreekt het sociale motief n.l. praktisch niet; men beschikt dan tenminste nog over gas voor het bereiden van de maal tijden. Als men in dit verband naar butaangas verwijst moet spreker er op wijzen dat daarvoor weer andere branders nodig zijn. De heer VAN CAULIL heeft een eigenaardige indruk gekregen over sommige opvattingen in deze zaak. Het lijkt er soms op dat men spreekt in een vereniging tot bescherming van wanbetalers. De heer BROEDERS is het opgevallen dat er blijkbaar geen coördi natie van beleid bestaat tussen het woningbedrijf en de dienst voor sociale zaken. Als het ene bedrijf zorg draagt voor afsluiting gaat het andere weer betalen. Het zou toch wel juister zijn als hier het nodige overleg plaats had. Wethouder VAN BOXTEL ziet, anders dan de heer Vermeulen, geen dualisme tussen het beleid van de raad en dat van de burgerlijke instel ling. Het is een zwart-wit tekening als men stelt: de raad regelt bij verordening de afsluiting bij wanbetaling en de burgerlijke instelling regelt dan de huurschuld. Er zijn verschillende sprekers die deze zwart wit tekening hebben gebezigd. Dit is niet juist. Afsluiting volgt eerst als alle andere mogelijkheden falen. Spreker is het eens met de opvatting van de heer Broeders dat de beide gemeentelijke instanties, die bij deze zaak zijn betrokken, hun beleid moeten coördineren. De heer Quadekker heeft de wethouder geen goed schipper genoemd; de wethouder is geen schipper maar bestuurder. De deskundigen, die burgemeester en wethouders hebben geadviseerd, zijn zeer zeker niet van het laagste plan. Er zijn in dit opzicht diverse uitspraken, zelfs van de Hoge Raad. Misschien is het wel mogelijk dat een rechtbank elders een ander standpunt inneemt. Intussen is het niet de juiste weg eerst aan de rechter te vragen of iets al dan niet mag. Men moet eerst iets doen en dan afwachten of het juist is. Spreker had overigens niet verwacht dat hij de tegenstanders zou kunnen overtuigen. De meningen lagen vrij duidelijk en spreker heeft uiteraard alle respect voor de opvatting van anderen. Hij erkent dan ook ten volle de suggestie van een, beroep op de civiele rechter. Mevrouw Van Mierlo heeft nog gewezen op, de middelen van loonbeslag en cessie van kinderbijslag. Dit gebeurt herhaaldelijk, maar als deze middelen falen moet men andere achter de hand hebben. Hieruit blijkt ook wel duidelijk dat burgemeester en wethouders in de afsluiting een exceptioneel middel zien. Loonbeslag op basis van vrijwilligheid is slechts van hypo thetische betekenis. Hoe kan men succes van een dergelijke maatregel verwachten in de gevallen dat men zelfs niet aan de meest elementaire verplichtingen kan of wil voldoen? De opmerking inzake het woningbezit van de gemeente valt volgens spreker buiten de orde van het voorstel en doet ook niet terzake. Mevrouw De Bonte heeft de zaak naar sprekers mening wel wat te veel met sentiment omringd. De afsluiting is geen regel en het betreft werkelijk uitzonderingsgevallen. Water wordt nooit afgesloten en voor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 582