_4_ Wethouder Stubenrouch antwoordt bevestigend. De voorzitter, zegt,dat Van Oosterum dan werkt onder supervisie van burge meester en wethouders. De heer Prion zegt, dat het spelmateriaal wel aanvaardbaar is en vraagt of de gemeente hiervoor geen bod kan doen. De voorzitter antwoordt, dat Van Oosterum dit misschien wel wil overdoen. Wethouder Stubenrouch zegt, dat hierover misschien een voorstel wordt ge daan in de raadsvergadering van februari a.s.. De raad gaat hierna over in openbare vergadering. Na hernieuwde sluiting der deuren stelt de voorzitter aan de orde: de benoeming van een directeur van het vervoerbedrijf. De heer Toxopeus heeft beide sollicitanten gesproken. No. 2 heeft bij hem de voorkeur. De heer Van Geel was nog al erg doende met zich zelf aan te prijzen. Hij was volgens zijn zeggen wel h.t.s.'er, maar eigenlijk wel delfts ingenieur. Spreker is huiverig deze man mede te benoemen. No. 2 was veel bescheidener. Deze presenteerde zich veel sympathieker. Spreker vraagt zich af, wat de reden is, dat burgemeester en wethouders Van Geel no. 1 op de voordracht hebben geplaatst. De opleiding is dezelfde doch no. 2 heeft een meer leidinggevende functie. De heer Vermeulen heeft beide kandidaten ontvangen. Spreker vraagt zich af of de gemeente een kandidaat van een dergelijk niveau moet aantrekken. Zijn er in de gemeente zelf geen ambtenaren die beter zijn. Spreker heeft no. 1 20 minuten bij zich gehad, waarbij de kandidaat bijna steeds aan het woord is geweest. De kandidaat deed hem onsympathiek aan. Hij lijdt volgens spreker aan een meerderwaardigheidscomplex. De tweede kandidaat is beslist niet de mindere van no. 1. Hij vraagt zich af waarom deze volgorde door burgemeester en wethouders is gekozen. Is no. 1 wel van voldoende niveau? De heer Van Bi.inen zegt, dat burgemeester en wethouders aan de kandidaten meer aandacht kunnen besteden dan de raad. Spreker heeft beide kandidaten gesproken. De eerste heeft inderdaad nog al veel over zich zelf verteld. De ander heeft de titel van ing. Persoonlijk heeft spreker tegen no. 1 geen enkel bezwaar. Nu burgemeester en wethouders hebben gekozen zal spreker no. 1 stem men. De heer Minderhoud sluit zich aan bij de heren Toxopeus en Vermeulen. No. 1 acht spreker niet geschikt. In zijn brieven schrijft hij telkens: de hoofdingenieur en ik. Hij heeft het alsmaar over zich zelf. Wat zijn ver schijning betreft acht spreker hem zo maar een burgermannetje. Heeft Breda zelf geen mensen genoeg. Spreker denkt aan de heer Rosch. Zou deze man echter benoemd worden, dan zou er terstond ruzie zijn met de commandant van de brand weer. Spreker zou liever no. 2 kiezen. Deze heeft heel wat meer in zijn mars. Hij heeft in Indië goed gewerkt. Tezamen met de heer Kroon is spreker v<5<5r no. 2. De heer Q.uadekker heeft no. 1 wel gesien, maar no. 2 niet. Spreker zal op no. 1 stemmen. No. 1 heeft tegen hem gezegd, dat hij slechts als no. 1 op de voordracht wenste te komen. Dit vond spreker overdreven. De heer Van de Noort heeft no. 1 gesproken en no. 2 niet. No. 1 is een gemoedelijk mens, taktisch en een brabander. Hij zal op hem stemmen. De heer Van Boxtel wilde eerst niets zeggen. De opmerking van de heer Minderhoud inzake no. 1 "als een burgermannetje" gaat toch wel te ver. Men moet zich afvragen, wat een bepaalde kracht,zakelijk gezien, waard is. Het wil er bij spreker niet in, dat hier in het college geen rijp beraad is ge weest.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 593