Notulen van de besloten vergadering van de raad op 17 juni 1959.
De voorzitter opent de besloten zitting van de raad.
De heer mr.Bastiaansen zegt dat hij de kandidaten voor de functie
van directeur van de g.t.s. op bezoek heeft gehad. De heer De Jonge
is echter door een droevig voorval in zijn familie niet in de ge
legenheid geweest zijn voorgenomen bezoeken aan de andere raads
leden af te leggen.
De heer De Jonge is jarenlang als adjunct-directeur van de g.t.s.
werkzaam geweest en staat op de voordracht no.2 en spreker is van
mening dat hij dus geschikt wordt geaght voor de functie van direc
teur. Spreker heeft het vermoeden dat Mrgemeester en wethouders
echter de leeftijd van de heer De Jonge de doorslag heeft gegeven
voor de plaatsing als nummer 2. Het is hem bekend dat burgemeester
en wethouders gaarne grijpen naar een jongere kracht. Spreker ziet
echter in deze eventuele promotie van de heer De Jonge een beloning
voor hem voor zijn activiteiten.
Spreker zal liever no.2 van de voordracht zijn stem geven.
De heer Quadekker kan zich volkomen met de heer Bastiaansen vereni
gen. Inderdaad is de heer De Jonge gehandicapt, dat hij door omstan
digheden, niet alle raadsleden heeft kunnen bezoeken. Hij vraagt of
de voordracht de goedkeuring van de minister heeft verkregen.
Wethouder Mei.is wil de betekenis van de heer De Jonge voor de g.t.s.
niet ontkennen. Hij ontkent echter, dat de heer De Jonge hieraan rech
ten zou kunnen ontlenen voor benoeming tot directeur. Voor de functie
van directeur moet men de beste kiezen die men krijgen kan.
Daarom kan spreker verklaren dat de leeftijd van de heer De Jonge niet
heeft medegeteld. De heer Joosten is no. 1 op de voordracht geplaatst
omdat hij de beste kandidaat is.
Aan de minister moet inderdaad goedkeuring van de voordracht worden
gevraagd. Telefonisch is gevraagd of er goedkeuring zou worden ver
kregen. In verband met vakantie van de betrokken ambtenaar op het mi
nisterie kon geen antwoord worden verkregen. In de regel is het zo, dat
er eerst een tijdelijke aanstelling moet zijn die bij gebleken geschikt
heid wordt omgezet in een vaste aanstelling. Men wil hiermede voorkomen,
dat een verkeerde persoon zou worden benoemd.
De heer Van Boxtel zou gaarne vernemen hoe de stemmenverhouding is ge
weest bij de commissie van toezicht op het nijverheidsonderwijs.
De heer Cosi.in is op de hoogte van de stemming van de commissie. Br is
van de zijde van de leraren grote aandrang geweest om de heer De Jonge
op de voordracht te plaatsen. De heer De Jonge heeft in de achterliggen
de jaren veie malen de directeur vervangen. Door zijn leeftijd komt de
heer De Jonge niet meer in aanmerking voor een benoeming tot directeur
in een buitengemeente. Op aandrang van het lerarenkorps heeft de heer
De Jonge gesolliciteerd.