14 JANUARI 1959
IE
De eigen plaats van Breda is door de geschiedenis aangegeven. Het
is de zetel van de Bisschop. Er is een arrondissements-rechtbank, een
kantongerecht en gevangeniswezen. In Breda zijn gezeteld de territoriaal
commandant van het gewest Zuid, de K.M.A., scholen voor reserve
officieren en kaderscholen. Ook het directoraat en de inspectie der
belastingen zijn te Breda gevestigd, alsmede de districtsinspecteuren van
de spoorwegen, de P.T.T., de rijkswaterstaat, de rijkspolitie, het lager,
middelbaar en nijverheidsonderwijs.
Als centrumgemeente van West-Brabant moet Breda deze positie ver
zorgen en uitbouwen. Dit is haar primaire taak in het Westbrabantse
welvaartsplan. Hoe zal dit moeten geschieden? Dit dient te gebeuren
door Breda aantrekkelijk te maken als woon- en als werkstad. Dat Breda
aantrekkelijk moet worden als woonstad blijkt uit de toename van de
bevolking die weliswaar 2146 zielen bedroeg, maar waarvan echter 750
repatriërenden waren uit Indonesië. Het overige vestigingsoverschot was
echter gelijk aan nul. Het binnenstadsplan wordt volgens plan uitgevoerd.
Gewezen moge worden op de doorbraak bij de Houtmarkt en de afbraak
bij Beijerd en Vlaszak. De woningproduktie is in 1958 volgens plan
verlopen. In 1959 zal zij nog gunstiger zijn door het groot aantal huizen,
dat in aanbouw is. Voor 1960 is zij dubieus door de opvallend geringe
toewijzing van woningwetwoningen. Relatief is dit aantal het kleinst van
de grote en middelgrote gemeenten van Brabant. Wij zullen ons oriënteren
wat daarvan de oorzaak is. De particuliere bouwnijverheid in Breda is
gelukkig groot. Laten we hopen, dat deze zo voortgaat. Binnenkort zal de
nieuwe brandweerkazerne officieel geopend worden, bij welke opening
de raad gaarne wordt verwacht. De torenrestauratie, symbool van de
verjonging van Breda, komt volgend jaar gereed tot het eerste vierkant.
De gehele verjonging is binnen vijf jaar gereed.
Door de verbetering van de Mark en de bouw van de nieuwe Mark-
brug, welke beide zijn gegund, wordt het verkeer te water en te land
verbeterd. In het afgelopen jaar bezochten ongeveer 3000 schepen met
tezamen een half miljoen ton Breda. De tunnel aan de Terheijdenstraat
staat op het punt gegund te worden. In de culturele sector biedt het
oude, trouwe Concordia een rijk programma. De Beijerd heeft een ver
blijdende entree gemaakt in de Bredase gemeenschap met in 1958
30.000 bezoekers en in dit jaar vermoedelijk nog meer. Er blijft echter nog
veel te doen. In 1959 komen een nieuw politiebureau en het zwembad
Wolfslaer aan de beurt voor welke beide projecten in deze vergadering
Uw fiat wordt gevraagd.
Breda is een aantrekkelijke werkstad, in handel, industrie, land- en
tuinbouw. Wat de handel betreft, de middenstandssector in de ruimste zin
des woords, wordt steeds belangrijker. De verlening van diensten gaat
een steeds groter percentage in de arbeidsplaatsen innemen; als typische
centrum-functie verdient deze bron van bestaan in Breda meer aandacht
dan voorheen. Verheugend is de verbetering, verjonging en modernisering
van talrijke winkels. Ook voor 1959 zijn ons weer grote plannen op dit
gebied bekend. De industrie-expansie houdt de bevolkingsgroei niet bij.
De werkloosheidstoestand, hoewel iets gunstiger dan van rijk en provincie,
baart zorgen. Ik hoop hierover straks in den brede met Uw raad van
gedachten te wisselen.
De land- en tuinbouw is in Breda als werkstad de derde zuil van de
Bredase welvaart. Dezer dagen is de uitspraak van gedeputeerde staten
te wachten over het hoofdzakenplan. De toekomst van het tuinbouwgebied
Princenhage ligt dan ook vast. In alle geval zal de tuinbouw sterk de
aandacht houden, juist ook als streekfunctie.
Dames en heren, indien wij deze werkzaamheid overzien dan brengen